terug
titel
2008

 

Bolivia en Peru, alleen Truus en Peter, en we hebben weer gekozen voor Djoser als reisorganisatie.
Op 23 april 2008 staan we in de rij om in te checken naar Lima, per KLM. De reis duurt zo’n 13 uur, maar dan kom je nog ergens.
De Djosergroep zit in het vliegtuig redelijk bij elkaar en de eerste kennismaking met enkelen gaat plaatshebben. Peter deelt samen met Rianne, de reisleidster 3 stoelen, lekker royaal.

kln
aerosur
taca
djoser

 

kaart

Lima

Op de late namiddag lopen we naar “Immigración” en de bagagehal, daarna maken we ook kennis met de rest van de groep, in totaal zijn we met z’n 21. De bus brengt ons over de kustweg, links een klip en rechts de zee naar Miraflores, een gegoede wijk van Lima. Onze hotelkamer heeft een penetrante petroleumgeur die later desinfectiemiddel blijkt te zijn en Rianne biedt aan met haar kamer te ruilen. Daar stinkt het niet, maar het lijkt meer een cel dan een hotelkamer, klein en zonder ramen. Moe gereisd wordt er toch maar geslapen.

lima
hond

Lima (dag 2)

De groep wordt over wat taxi’s verdeeld. Onze chauffeur stort zich in het strijdgewoel waarin elke millimeter met doodsverachting wordt verdedigd en komt tenslotte toch in een file terecht. Zo’n 3 kwartier later stappen we uit op Plaza San Martin, onder de koloniale gebouwen ook een hotel van vergane glorie, dat we met een kort bezoek vereren. Via de winkelstraat Jirón de la Unión komen we uit op het centrale plein, dat ook hier zoals overal in Latino-Amerika Plaza de Armas heet. We zij net op tijd voor de wisseling van de wacht van het presidentiële paleis, die echter niet doorgaat. Dan gaan we maar kijken bij de kathedraal, het imposante gebouw van het vroegere hoofdpostkantoor en in de aanliggende straatjes. Eten doen we gezamenlijk in een restaurant dat door zusters wordt gerund, de opbrengst gaat naar een goed doel. Onze eerste uitgebreide maaltijd smaakt bijzonder lekker en belooft nog veel goeds.
Een korte wandeling brengt ons naar de San Franciscokerk waar we een rondleiding door het aanpalende klooster krijgen inclusief de vol beenderen gestouwde ondergrondse gewelven. Onder heel Lima liggen dit soort gewelven. We wandelen terug naar de Plaza de Armas, veroveren een bankje en kijken enige tijd naar het leven op en rond het plein. Langs het paleis van de president kom je naar het armzalige riviertje Rimac in een bedding vol afval, maar op de alameda Chabuca Granda erlangs is het druk met eettentjes en een straatmarkt (nu eens niet voor toeristen).
Per taxi gaat het weer terug naar Miraflores, vlak bij het hotel ligt een supermarkt formaat XL, waar we wat boodschappen doen voor een klein hapje vanavond.




plaza san martin
Plaza San Martin
jiron de la union
Girón de la Unión
kathedraal
kathedraal

correos
Correos

san francisco
San Francisco
plaza de armas
Plaza de Armas
plaza de armas

Lima (dag 3) en vlucht naar Santa Cruz

In stralende zonneschijn en een lekker temperatuurtje start onze wandeling naar het centrum van Miraflores, het parque Central en ernaast het parque Kennedy. In de schaduw rusten we uit en worden meteen belaagd door schoenpoetsers. Vlakbij zijn voorbereidingen voor een militaire parade en we volgen de verrichtingen van enkele deelnemers waaronder mariniers en hondenbrigades. Via de José Larco komen we uit bij de kust. Hier ligt Larcomar, een terrasvormig winkelcentrum met restaurantjes en gratis uitzicht vanaf de klip op de Stille Oceaan. Vanwege mistflarden die komen binnendrijven is het uitzicht beperkt, maar op een bankje in een nabij gelegen parkje is het goed toeven. Door de woonwijken en langs het mooie parque Reducto komen we terug in de buurt van het hotel en na een bezoek aan de supermarkt doen we ons tegoed aan onze boodschappen in het nabij gelegen parkje.
De hele groep laadt de koffers in de bus en we gaan op pad naar Barranco, een andere rustige buitenwijk die heel prettig aandoet. Na dit tussenstopje gaan we naar Pachacamac net buiten Lima. Op en tussen de heuvels liggen restanten van Incatempels, het uitzicht van het hoogste punt is mooi.
We verruilen het stof van deze site met het stof van de binnenstad nadat de bus ons over de Panamericana weer vlakbij de Plaza de Armas heeft afgezet. We slenteren nog wat rond en vervolgen dan onze rit tot aan het vliegveld. Er wordt ingecheckt (ze vragen naar het gele boekje, dat Peter kwijt is, en zijn met het zien van één ervan tevreden), luchthavenbelasting wordt betaald, de controles worden gepasseerd en tegen half elf vertrekken we richting La Paz. Daar mogen we in het vliegtuig blijven zitten en na dik een uur stijgen we weer op naar Santa Cruz in Bolivia. Het uitzicht op de lichten van El Alto en La Paz is schitterend.
De koffers gaan in Santa Cruz op de bus en we worden tegen half drie ’s nachts in het hotel afgeleverd.

militaire parade
militaire parade
barranco
Barranco
pachacamac
Pachacamac
pachacamac

Sucre

Na een korte slaap gaan de koffers weer op de bus en vertrekken we naar het vliegveld. Onderweg klettert een enorme onweersbui op de bus en de koffers. Die en hun inhoud (gedeeltelijk) worden goed nat. De vlucht naar Sucre is kort, de landing daar tussen de bergen op 2700 m hoogte is bijzonder. De lucht is helder en droog met een lekkere 20 graden. Het hotel ligt in het centrum en zo gaan we gauw op verkenning uit. Sucre is de constitutionele hoofdstad van Bolivia en heeft enkele monumentale gebouwen. De binnenstad heeft een prettige koloniale bouwstijl met een centraal plein (dat hier voor de afwisseling Plaza 25 de mayo heet) en het typisch Amerikaanse schaakbordpatroon van straten. De huizen hebben vaak houten balkons en verborgen binnenpleintjes. Onze eerste indruk van de mensen is dat ze wat stugger zijn dan de Peruanen, een indruk die tijdens de verdere reis versterkt zal worden. De winkeltjes zijn vaak smal en klein en bergen zo veel mogelijk handelswaar. Er is een korte voetgangerszone bij de Mercado Central. Ook hier is het verkeer druk met veel minibusjes die door de luid roepende busboys worden volgestouwd met mensen en bagage. Alles wat rijdt heeft per definitie voorrang op wat loopt en zebrapaden dienen alleen ter versiering.
De aangeboden spullen zijn goedkoop maar de mensen ook duidelijk arm. Voor 1 boliviano kun je 4 broodjes kopen of je schoenen een poetsbeurt laten geven, dat is 9 eurocent! De schoenpoetsers zijn niet zelden kinderen, ook verder op de reis ondervinden we dat kinderarbeid hier een redelijk normaal verschijnsel is.
Nog moe van de vorige nacht kruipen wij er vroeg in.

sucre

sucre

sucre

sucre

Tarabuco

Na een stevig ontbijt in het hotel klimt de bus naar zo’n 3200 m hoogte voor het plaatsje Tarabuco. Hier is zondags (dus vandaag) markt en komen mensen uit de omliggende dorpen hun spullen verkopen en inkopen doen. Natuurlijk zijn er toeristen en handelswaar voor hen. Er is van alles te koop: groente, vlees (ook levend), kleren, schoenen gemaakt van autobanden, pannen, teilen, dvd’s, noem maar op. Overal lopen vrouwen met tig lagen rokken over elkaar en een bolhoedje op het hoofd, hun haren in vlechten, al dan niet met versieringen er in gevlochten of eraan hangen. Meestal hebben ze een bontkleurig doek met daarin een kind of boodschappen omhangen. De mannen dragen vaak gebreide mutsjes. Je weet niet waar je moet kijken en Truus wordt niet moe van foto’s maken. Dit moet vaak stiekem, ze willen niet op de foto of tegen betaling. Ze willen zelfs betaald worden om hun handelswaar te filmen of je krijgt is aan je hoofd gesmeten (Peter kan het weten). Nadat we het plein en de zijstraatjes hebben afgestruind vinden we een bankje op het centrale plein (Plaza de Armas ?) en laten nu het gedoe langs ons komen, je wordt moe van het kijken. Anderen in de groep gaan flink aan het inslaan, je kunt hier je koopdrang vrijelijk z’n gang laten gaan. Voor het eerst merken we dat de lucht wat ijl is, vooral als je heuvelopwaarts loopt – een voorproefje voor Potosí.
Terug in Sucre stappen we uit bij La Recoleta. We nemen een kijke in de kloosterkerk en kijken vanaf de arcades over de stad uit. We wandelen naar beneden en gaan richting de Cemeterio. Deze schaduwrijke begraafplaats bergt veel imposante grafmonumenten en verderop de muren waarin de kisten worden geschoven, ze zijn voorzien van luikjes om foto’s en bloemen te plaatsen. Het is heel druk op het kerkhof, eigenlijk wel gezellig. Kinderen, zelfs zo’n jaar of 6 oud sjouwen met houten ladders die verhuurd worden aan mensen met grafmonumenten hoger in de muren.
We wandelen terug naar het centrum en gaan op een binnenhofje eten voordat we ons terug spoeden naar het hotel voor de belegde informatiebijeenkomst.

tarabuco

tarabuco
tarabuco

tarabuco
tarabuco
sucre
Sucre
la recoleta
La Recoleta
kerkhof

naar Potosí

Potosí is het reisdoel vandaag maar eerst stoppen we enkele kilometers buiten Sucre bij het ‘kasteel’ Glorieta gebouwd door een kinderloos fabrikantenstel die daar hun geadopteerde kinderen huisvestten. Een curieus gebouw, veel vergane glorie en een verwaarloosde tuin geïnspireerd door Versailles.
De bus ploetert de bergen door en we stoppen opnieuw bij een hangbrug over de Rio Pilcomayo, de puente Sucre. Deze blijkt volledig zonder machines te zijn gebouwd en gespannen.
Dit vertelt ons de dorpsonderwijzer in zijn schooltje met 1 klas. De kinderen tussen 6 en 11 jaar zitten in versleten meubilair op de betonnen vloer. Gelukkig zien de boekjes er moderner uit, Bolivia kent een centraal curriculum en standaard methodes. Aan het einde van ons bezoek leggen we wat bolivianos bij elkaar om zijn wens, en computer, dichterbij te brengen.
De bus zet een lange klim in en we houden een nieuwe stop op een hoogvlakte vol cactussen met prachtig uitzicht. Hier wordt de obligatoie groepsfoto genomen. De sanitaire stops zoals deze heten voortaan baño ecologico of te wel dames links en heren rechts. Het lopen gaat al wat stroever vanwege het gebrek aan zuurstof in de lucht en we zitten pas op zo’n 3700 m hoogte. Door een dor, kaal maar toch aantrekkelijk landschap bereiken we tegen de avond Potosí.
We maken nog een korte verkenning van de buurt en gaan ergens eten waar men probeert ons wat Quechua te leren; we houden het maar bij Spaans.
We ondergaan een rare gewaarwording als we in bed gaan liggen – na zo’n 10 sec begin je naar lucht te happen terwijl je niet actief bent! Gelukkig gaat dit vrij snel over. Truus heeft echter veel last van slapeloosheid, een syptoom van hoogteziekte. Peter echter slaapt goed maar hapt eerder naar lucht. Ook in de groep zijn er de eerste zieken, last van de hoogte en last van de darmen zijn de kenmerken.

bus
onze bus (zogenaamd een Volkswagen)
la glorieta
La Glorieta
auto
als het maar rijdt...
puente sucre
puente Sucre
school

school
3700m
baño ecologico tussen de cactussen op 3700m hoogte
bano ecologico

Potosí

De ‘zilverstad’ wordt beheerst door de kegel van de Cerro Rico, de rijke berg waar al dit zilver vandaan kwam en komt. Eerst wat uren cocabladeren kauwen en dan de mijnen in om lange dagen zonder onderbreking te werken is het lot van velen hier. De cocabladeren verdoven honger en pijn en verhogen het uithoudingsvermogen. De stad straalt nog steeds de rijkdom van vroeger uit. De koloniale huizen en talrijke kerken verwijzen naar de Spanjaarden die Potosí in de rij van grote wereldsteden zoals Parijs en Londen plaatsten. Naar een uitgebreide verkenning van de stad gaan we weer zitten op de Plaza de Armas, om het leven langs ons te laten trekken. Een bezoek aan de zilvermijnen brengen we niet (smal, nauw, heet en dat op 4300 m hoogte) maar na de middag gaan we met een kleiner groepje in een busje naar Tarapaya. Hier ligt een rond meertje gevoed door een vulcanische warmwaterbron. Niet alleen de rit er naar toe was spectaculair vanwege de prachtige rotsformaties ook het zwemmen met zo’n uitzicht is uniek. Ondertussen werd door de gids en de chauffeur de barbecue aangestoken en konden we van heerlijk gegrild lamavlees genieten.



cerro rico
Cerro Rico
potosi

potosi
sloten

potosi

onderweg naar Tarapaya

naar Uyuni

Dit is een lange afstand, niet zo zeer qua kilometers maar vanwege de slechte weg (einde asfalt) is de gemiddelde snelheid laag (zo’n 25 à 30 km per uur). Eerst stoppen we nog bij een markt om proviand en vooral water voor onderweg in te slaan. Het ruige, verlaten landschap met zelden bomen of struiken maar veel cactussen hadden we al leren kennen, maar dat in die verlatenheid mensen nog een bestaan kunnen vinden blijft verbazen. Er worden in elk geval lama’s en alpaca’s gehouden.
Bij een beekje staat een hele groep lama’s en worden er hele geheugenkaarten vol plaatjes geschoten. Later is er weer een hoog punt met uitzicht over de Altiplano, die echter helemaal niet zo plano (vlak) is, maar wel alto (hoog). We passeren vreemde rotsformaties, prachtig getekende bergen die zo de plooiing in het verleden laten zien, canyons en verlaten mijnstadjes. Peter laat het aanbod van Rianne niet aan zich voorbijgaan en kauwt zo’n 3 uur lang cocablaadjes, maar zonder enig effect.
De zon gaat reeds onder als we de laatste heuvels voor de vlakte van Uyuni passeren en we krijgen al vast een voorproefje van wat morgen op ons wacht.
We gaan allemaal eten in een pizzatent dat kundig wordt gedreven door een Amerikaan, sommigen doen zich tegoed aan enorme pizza’s van zo’n halve meter doorsnee. Buiten is de temperatuur tot onder het nulpunt gezakt en we zoeken de dekens op.

vrouw

Porco (in the middle of nowhere)
weg

lama's
altiplano

altiplano

Salar de Uyuni

De zoutvlakte van Uyuni is ongeveer een derde van de grootte van Nederland en een opgedroogde binnenzee. Voor vertrek is er al muziek in het dorp, feest, het is 1 mei. In een volgend dorp ligt de zoutproductie vandaag stil maar de (souvenir)winkel is open. Dan gaan we eindelijk de vlakte op en stoppen bij hoopjes zout. Op vierkante stukken wordt het zout zo’n 10 cm diep weg geschraapt en bij elkaar geveegd, alles met de hand. De vlakte is overweldigend, aan de verre kim hoge bergen, daarboven een strak blauwe lucht en verder niets dan wit zout, tientallen kilometers ver. Er worden ‘rare’ foto’s van elkaar genomen (door het ontbreken van een horizon) en we koersen naar het midden van de vlakte.
Hier ligt een eiland, Isla Pescado, vol cactussen en de klim wordt beloond met een prachtig uitzicht tot de hoge pieken in het noorden van Chili. In de zon verorberen we hamburgers uit de plaatselijke tent. Het programma is veranderd, we kunnen niet bij de zoutvlakte overnachten omdat het hostal onbereikbaar is doordat er water staat. We rijden terug richting Uyuni en worden helaas getuige van een vreselijk ongeluk. Twee jeeps zijn frontaal op elkaar ingereden en in brand gevlogen (bizar op een reusachtige vlakte). We kunnen niets doen, maar de mogelijke slachtoffers waren op dit moment, zeker een half uur na het gebeuren beslist al dood. Later blijken er 13 mensen om het leven te zijn gekomen, 3 Bolivianen, 5 Japanse en 5 Israelische toeristen. Een chauffeur heeft het ongeluk overleeft.
Aangeslagen stoppen we bij het zouthostel om wat te drinken en op verhaal te komen. Het hotel is helemaal van zoutblokken gebouwd, ook het interieur.
Net voor de zon ondergaat gaan we naar het locomotievenkerkhof, eveneens bizar en raar. De afdankertjes worden er gewoon neergezet en de elementen en de tijd doen de rest.
Ook vanavond nog eens de pizzatent (zo’n wereldstad is Uyuni niet) en de warme dekens.

salar

salar
salar
isla pescado
Isla Pescado
lunch

zouthotelij in het zouthotel
locomotieven
krant
uit de krant

naar La Paz

Omdat dit een heel lange reisdag wordt starten we al vroeg. Het is 6 uur en nog donker , maar we kunnen niet vertrekken omdat de bus niet start. Twee pogingen om het ding aan te duwen mislukken en we staan in de kou te wachten totdat het vehikel is vlot getrokken. In de bus is het net zo koud als buiten (geen verwarming) en de zon zal haar werk moeten doen. Na de ontbijtstop in een miezerig dorpje waar de varkens gewoon op de weg lopen is het weer lekker in de bus, al zorgt de zandweg voor veel geschud. Onderweg is het opnieuw kaal en leeg maar niet lelijk, af en toe verraden enorme stofwolken een menselijk wezen in een auto. Ook zijn er kuddes vicuñas te zien, lama-achtigen die niet zijn gedomesticeerd. De weg lijkt regelmatig op een karrenspoor, aan bruggen wordt nog gebouwd dus wordt een ondiepe doorgang gezocht al staat het water niet hoog.
Bij Huari, de stad bekend van het bier met dezelfde naam, gaat een zucht door de bus – er is weer asfalt! We stoppen bij een wegrestaurant maar Truus en ik besluiten de lunch maar over te slaan. Het is er niet zo uitnodigend.
Langs Oruro wordt de reis vervolgd tot zo’n 50 km voor La Paz. Hier eten we in een wegrestaurant. Het is al donker als we via El Alto (de hooggelegen arme wijk) de canyon inrijden waar La Paz ligt.



spoorlijn

varken
vicuna
vicuña
in de bus
sajama
de Sajama

La Paz

Het hotel ligt centraal en we lopen zo op de Prado, een brede weg met een parkachtige middenberm op het laagste punt van de stad. Vanuit hier gaat het links en rechts steeds omhoog. Via de kerk San Francisco komen we bij talloze marktjes. De hele stad lijkt wel één grote straatmarkt waar werkelijk van alles te koop is tot lamafoetussen toe. We besluiten in het restaurant op de bovenste etage van hotel ‘Gloria’ wat te eten, maar het verwachte uitzicht valt tegen. Aan het Plaza Murillo ligt het presidentiële paleis en meer regeringsgebouwen, we zoeken hier weer ons obligatoire bankje op.
In de stad komen we vaak de bekende vrouwen met de bolhoeden en tig rokken tegen, zelden ontbreken de kleurige omslagdoeken waarin van alles kan worden vervoerd. Hier zie je ook veel mensen uit de zelfkant van de maatschappij zoals zwervers. Regelmatig informeren kinderen met hun houten doosjes “Want shoeshine?” Truus blijft maar foto’s nemen, maar niet iedereen is hiervan gediend of wil er geld voor hebben. Er zijn overdekte marktjes met kleine stalletjes waar op 2 vierkante meters wordt gekookt en je het ter plekke kunt opeten. Het ruikt lekker maar we wagen ons er echt niet aan.
Het voordeel van de stad is dat de winkeltjes dichtbij liggen en er zo een internetcafé is gevonden. Als je bergafwaarts loopt kom je altijd weer uit op de Prado en in de verte is de indrukwekkende berg Illimani met zijn 6500 m hoogte te zien.
De volgende dag is er een referendum in de provincie Santa Cruz voor autonomie van die provincie. Er is daar gas gevonden en men wil de opbrengsten graag zelf houden. La Paz stroomt vol met mensen die tegen dit (niet officiële) referendum demonstreren. Op het programma staat een excursie naar Tiahuanaco, die echter vanwege de onrustige situatie in de stad wordt gecancelled. We vinden dit behoorlijk jammer, want een van de hoogtepunten van deze reis zoals de zonnepoort, de ´verzonken tempel´ en de Kalasasaya zullen we niet kunnen zien.
We struinen dus opnieuw door de stad en vermijden de demonstraties. We doen ons tegoed aan hamburger en frites en lopen de stad uit richting de ´gegoede´ wijken. De Plaza Avaroa is en tip van reisgenoten en op het bankje daar kijken we naar het levendige miniparkje.

pradoop de Prado
prado
prado

kind
in la paz

in la paz
in de kerk

spiegeling
illimani
de Illimani (vanuit het hotel)
demonstratie
demonstratie (vanuit het hotel(

Titicacameer: Puerto Perez

De volgende etappe is ronduit spectaculair vanwege de prachtige vergezichten. Maar eerst tuft de bus omhoog naar El Alto, een enorme opeenstapeling van half afgebouwde huizen van baksteen of zelfs adobe, langs de weg een niet aflatende stroom van winkels, smerige garages, eenvoudige handwerksplaatsen. Een aantal kilometers verder wordt het uitzicht niet meer belemmerd en ontvouwt zich een enorm panorama van de ene hoge piek naast de andere. De verlatenheid van het landschap (er staan wel wat runderen en opeens komt iemand door de weilanden lopen) en de wijdsheid geven een heel apart gevoel. Niet ver van de hoofdweg ligt Puerto Perez met een leuk hotel direct aan het Titicacameer.
En waar water is wordt gevaren, dus de groep wordt over 3 zeilboten verdeeld en we dobberen een uur over het hoogst bevaarbare meer ter wereld, op zon 3500 m hoogte. Het water is zo ontzettend helder dat je denkt dat het meer maar zo’n 2 meter diep is, maar volgens de schipper is het op die plek wel 15 m!
Voor een wandeling gaan we het dorp in en op het plein komt ons de walm van bier tegemoet. Iedereen zit op de grond, of op lege kratten en drinkt. De grond is bezaaid met kroonkurken. Het blijkt al de derde dag te zijn van het feest van het kruis en zo’n feest bestaat toch voornamelijk uit zuipen. De dorpelingen komen op ons af en we krijgen hele verhalen die moeilijk zijn te volgen vanwege ons gebrekkig Spaans en de zware tong van de spreker.
Dan is er ‘muziek’ (ook de trommelaars en fluiters hebben voldoende op) en wordt er gedanst. W. uit de groep zet een hoofdtooi op, dolle pret.
Daarna zoeken we de rust van een heuvel op met een heel apart kruisbeeld erop en een onbeschrijfelijk mooi uitzicht over het meer en de Andes. De beroemde zonsondergangen aan het Titicacameer laten een van hun mooie exemplaren zien voordat we gaan eten.

andes

andes
panorama
het panorama
andes

varen
gesprek

 

 

Content on this page requires a newer version of Adobe Flash Player.

Get Adobe Flash player

feest

bij het kreuis

Titicacameer: Isla del Sol

handtekeningKort na vertrek stopt de bus bij een bedrijfje waar rieten boten worden gemaakt. De eigenaar vertelt vol trots dat hij de boten gebouwd heeft voor Thor Heyerdahl en haalt zijn fotoboeken er bij om het te bewijzen. Je kunt een kaartje kopen en krijgt zijn autogram er gratis bij. Op een plek hoog boven het plaatsje Copacabana houden we een baño ecologico en krijgen het uitzicht er gratis bij.
Voordat we op de boot stappen is er nog tijd voor het stadje, een backpackersoord vol hostals en internetcafés maar ook met een mooie kerk. Het pleintje nodigt weer uit voor een tijd bankje zitten. De boottocht naar de Isla del Sol is prachtig, vol in de zon boven op het dek.
Na aankomst blijkt dat we nog zo’n 300 à 400 m te gaan hebben, de hoogte in wel te verstaan. Onze straatschoenen zijn voor dit geitenpaadje niet ideaal (en de wandelschoenen zijn in Copacabana achter gebleven, want we hebben alleen een rugzak voor 1 nacht mee). Ook de hoogte zorgt ervoor dat we de nodige tijd nemen voor de klim. Het dorpje bestaat vooral uit hotelletjes, maar er is ook nog genoeg dorps leven. Varkens met biggen die gezoogd worden; een puberzwijn dat tevergeefs probeert een uitgewassen varken te bestijgen zorgt voor veel hilariteit; er worden adobe stenen gemaakt en verderop wordt een fundament gestort, alles met de hand natuurlijk. De vrouwen uit het dorp komen kijken hoe de werkzaamheden voorstaan.
Na het eten lopen we nog wat de berg op met behulp van een zaklantaarn om een donkere plek te vinden. De sterrenhemel is overweldigend, het witte band van de melkweg en ontelbare sterren die we thuis nooit te zien krijgen (en niet alleen omdat we op het zuidelijke halfrond zijn).

botenbouwer
de botenbouwer
jasje
copacabana
Copacabana
isla del sol
op Isla del Sol
isla del sol

isla del sol
Claudia en Truus
hotel
het hotel

Titicacameer: rieteilanden (Puno)

De terugweg naar de boot is qua afstand korter maar steiler, voornamelijk trappen. Nog even wat tijd voor Copacabana en nadat de bagage is opgehaald gaat de rit richting grens. Daar gaat de bagage op bakfietsen en wij door de bureaucratische molens hetgeen lekker vlot verloopt. Voorzien van nieuwe stempels klauteren we in een nieuwe bus, een heel modern opvallend geel exemplaar. De kerk van Pomata nodigt uit voor een tussenstop. Vrijwel nergens mag je in kerken fotograferen of video filmen, natuurlijk gebeurt dit stiekem toch. Veel van de oorspronkelijk door Spanjaarden gebouwde kerken zijn van binnen vrij donker en naar onze smaak vergeven van de kitsch, vooral de Maria-altaren hebben er last van.
Nogal verwend door de vele prachtige landschappen waar we doorheen waren gereden valt het stukje naar Puno tegen, net als het plaatsje zelf.
Voor het hotel staat een rij ciclos, fietskarretjes waar je met z’n tweeën in zit en die jongens maar trappen om ons naar de haven te brengen. Het bootje daar vaart door het riet naar de zeer toeristisch aandoende rieteilanden. We leggen ergens aan en gaan in de kring zitten om uitgelegd te krijgen waarom er rieteilanden zijn en hoe ze worden gemaakt. Er wonen nog steeds mensen op die drijvende dingen en het verbaast niet dat ze last van reuma en artritis hebben. We weerstaan de uitgestalde handelswaar en het plaatselijke café/restaurant en gaan per boot weer terug naar Puno.
Het hotel ligt aan de overkant van de plaatselijke markthal met de bekende winkeltjes er om heen, niet echt opwindend om te verkennen.

coapacaban
Copacabana
copacabana
pomata
Pomata
ciclos
in de ciclos
rieteiland
rieteiland
uitleg
uitleg
toehoorders
de toehoorders
avond
op de boot

naar Cuzco

De weg naar Cuzco gaat over een pas. De dalen waar we doorheen gaan delen we met het spoorlijn en daarom is de stijging niet buitengewoon maar blijven we omhoog gaan. Op de pas zelf zitten we op 4335 m en er waait een frisse wind, maar dat houdt de handelaren niet tegen en ook niet moeder met haar kleuter die haar tegen betaling met een babylama op de foto laat gaan. De bergwereld omheen is weer schitterend. We dalen af en stoppen onderweg voor de lunch. Later is er nog een stop in Raqchi, een uitgebreid complex met de Wiracocha-tempel die vroeger grotendeels overdekt was. Een heel verstilde omgeving, een genot om er doorheen te wandelen.
De volgende stop is in Andahuaylillas, een dromerig dorpje met een kerk die bekend staat als de Sixtijnse kapel van Zuid-Amerika. Ook het pleintje voor de kerk ziet er leuk uit.
Bij binnenkomst van Cuzco worden we opgehouden door een processie waar een heiligenbeeld wordt rondgedragen onder begeleiding van scholieren met allemaal hetzelfde uniform. Maar eerst verhuizen we vanuit de bus met bagage en al in taxi’s omdat de bus niet door de smalle straten kan.
De taxi’s blijven maar omhoog gaan totdat we in een leuke wijk met smalle straatjes en koloniale huizen het hotel bereiken. Dit blijkt zo’n koloniaal huis te zijn, maar men was niet op onze komst voorbereid en het hotel blijkt ook te klein voor de groep. Deze organisatiefout werd ter plekke goedgemaakt en bagage en wij gingen weer in andere busjes (wij in zo’n VW hippiebus) om in een ander hotel te worden afgezet. Dit blijkt een vrijstaand huis verscholen achter een muurtje te zijn.
Een korte wandeling leert ons dat winkeltjes op korte afstand liggen en ook het centrum in kwartiertje te bereiken valt.

pucara

bergwereld
la raya
pas La Raya met de Auzangate
handel

Racqui
poort
andahuaylillas
Andahuaylillas
processieprocessie in Cuzco

Cusco (dag 1)

Met een klein groepje wandelen we naar het busstation. De plaatselijke bus wordt onderweg volgestouwd, hij stopt naar behoefte en niet alleen bij de bushaltes. Vooral bij de plaatselijke markt wordt het druk in de bus. We stappen uit en betalen de busboy . Vanaf de halte ligt Tambomachay op loopafstand. Dit is een heilige plaats voor de Inca’s geweest en bestaat voornamelijk uit een bron ook bekend als ‘bad van de prinses’.
Een korte wandeling brengt ons naar Puca Pucara op een heuvel. Dit was een fort en vanwege de gebruikte bakstenen naast de overal aanwezige natuursteen bij de Incagebouwen ook wel het ‘rode fort’ genoemd. We nemen een pad dwars door de weilanden en besluiten verderop van het pad af te wijken. We komen weer op de weg, kunnen ons opnieuw oriënteren en lopen verder door een bos. Peter struikelt en valt plat voorover waarbij zijn knie het te verduren krijgt.
Een stuk verderop ligt Qenqo, een tempel en een grotachtige rotsformatie waarin je verscheidene dierfiguren kunt onderscheiden. De groep loopt verder naar Saqsayhuaman, Truus en Peter gaan vanwege de knieblessure met een taxi terug naar het hotel.
Geïmproviseerde koude kompressen en Arnica druppels en zalf moeten het leed verzachten en om de boel in beweging te houden gaan we ’s avonds de stad in om onze ogen, oren en maag de kost te geven.

man

Tambomachay
poppen


Qenqo

naar Aguas Calientes

De bagage blijft achter en voorzien van een rugzak gaan we per bus naar het station. We dachten station Cuzco, maar we verlaten de stad en gaan door een prachtig landschap waarin vooral het dal van Urubamba opvalt door naar Ollantaytambo. Hier is ook het beginpunt van de bekende Incatrail die echter door niemand in onze groep gelopen wordt (duurt 4 dagen en is zwaar – trap op, trap af).
We stappen op de trein wat hier nog met inchecken, controles enz. gebeurt, ook zijn er vaste plaatsen. De trein gaat met een slakkengang veelvuldig fluitend op pad door een nauw ravijn en de rit eindigt in Aguas Calientes, een klein plaatsje bestaande uit hotels, restaurants en winkels. Het is de overnachtingsplek voor alle bezoekers van Machu Picchu. Ons hotel staat naast het stuk spoor dat naar de losplaats leidt, want alle waren worden bij gebrek aan een weg per trein vervoerd en daarna per handkar verder het dorp in. Er rijden alleen de bussen naar Machu Picchu en politie, verder is er geen autoverkeer. We maken een uitgebreide wandeling door het dorp waar echter weinig te zien is en lopen nog een stuk langs de rivier. ’s Avonds gaan we met z’n allen lekker eten bij ‘Indio Feliz’ dat kundig wordt gedreven door een Fransman.

cuzco
Cuzco

dal van Urubamba
ollantaytambo
station Ollantaytambo
aguascalientesin Aguascalientes

Machu Picchu

Al om 6 uur staan we klaar om per bus omhoog te gaan en we zijn duidelijk niet de enigen. Na een flink aantal serpentines gaan we in de rij staan voor de toegangscontrole en neemt de plaatselijke gids ons mee voor een steile klim per trap tot het hoogste punt, ‘the guardian house’. Vanuit hier ontvouwt zich een prachtig zicht op de site zelf en de ligging ervan in de ruige bergwereld met als bekend herkenningspunt de berg ‘Huayna Picchu’. Vervolgens leidt ons de gids kundig rond en zijn we zo’n 3 uur verder als we weer worden losgelaten. Ik zal al die informatie hier niet herhalen maar verwijzen naar een geweldige interactieve website waar je zelf op pad kunt gaan: Machu Picchu 360 degrees. Was het weer eerst bewolkt, later breekt de zon door een geeft het geheel meer diepte. Je blijft je verbazen over het feit dat de Inca’s op zo’n ontoegankelijke en moeilijke plek een nederzetting bouwden. Het terrein is zo groot dat er gelukkig geen toeristenhordes ontstaan en er zelfs rustige plekken zijn om te gaan zitten en te genieten. We nemen een zogenaamde alternatieve route, dat is wel meer klauteren maar je komt buiten de algemeen gebruikte paden en de mystiek van de plaats krijgt nog meer vat op je. We komen er vogels, hagedissen, mooie cactussen en bloemen tegen. Niet alleen de site maar ook de diepe dalen en de omringende bergwereld eist de aandacht op.

Terug met de bus zien we een podium, mensen op stoelen en drukte op het centrale plein. Het is ‘dia de madre’ (moederdag) en dat wordt met z’n allen op het plein gevierd. De moeders (ook de buitenlandse) krijgen confetti op hun hoofd, een kunstroos en de Peruaanse moeders een lotje. Er staan plastic teiltjes met onbekende inhoud klaar om verloot te worden. Er komen kinderen versjes opzeggen, dansjes doen en de volwassenen gaan aan de borrel. Dan is het tijd om weer te verzamelen voor de terugreis. We missen echter één van onze groep en maken ons ongerust, zal hem iets zijn overkomen? We moeten op tijd naar het station en Rianne rent heen en weer om te kijken of ze hem kan vinden. Enkele minuten voor vertrek komen ze gelukkig aangerend, hij had zich in de tijd vergist.
Het boemeltje gaat terug naar Ollantaytambo, en de bus racet terug naar Cusco. Daar nemen we onze intrek in een ander hotel, een prettig verblijf vlak bij het centrum.

machu picchu

machu picchu
machu picchu

machu picchu
machu picchu

machu picchu
machu picchu

machu picchu
dia de madre
dia de madre
dia de madre

Cuzco (dag 2)

We waren van plan om naar de ruïnes van Saqsayhuaman te gaan omdat we die door de val van Peter hadden gemist. Maar het regent en dan wordt het wel heel glad, dus we stellen dit voornemen uit tot morgen. Maar we hebben nog niet zo veel van Cuzco gezien en we gaan eerst de omgeving van de Plaza de Armas verkennen. Er is niet alleen de kathedraal maar ook de kerk Campaña, beiden schitterende gebouwen. Voordat we gaan lunchen bezoeken we nog het Convento Santa Catalina met zijn museum. Truus kan daarna de verleidende praatjes van een schoenpoetsertje niet weerstaan en is het stof van de afgelopen 2 weken kwijt. Natuurlijk moeten we ook een Incamuur met de twaalfhoekige steen zien, de muur is nu het fundament van het bisschoppelijk paleis. Het plein Plaza del Cabildo is wat intiemer dan het hoofdplein en je kunt er goed zitten en naar de mensen kijken. Een ander leuke pleintje is San Francisco met de gelijknamige kerk. Als we verder wandelen lopen we de kerk Santa Clara binnen. Een opvallend interieur dat voornamelijk uit honderden kleine spiegels bestaat; verder zit er een groep mensen te spelen en te zingen. Het is heel apart om te horen: luister hier
De façade van de dichtbij gelegen kerk San Pedro wordt schoongemaakt, gezekerd met een loshangend touw, zoiets als ARBO-wetgeving is hier onbekend.
qorikanchaOm de hoek ligt het marktgebouw, er is van alles te koop. Naast de afdeling fruit en groente is er ook een uitgebreide hoek voor de slagers vol varkenskoppen, koeienhoeven en –neuzen, alles wat in zo’n beest zit, ligt of hangt hier aan de kramen en de geur/stank is er navenant. Ernaast zijn uitgebreide eetstalletjes die vol mensen zitten die zich aan grote porties voor weinig geld te goed doen.
De wandeling brengt ons verder naar Qorikancha, nu ingebed in de Convento di Santo Domingo met ervoor een prachtig groen plein. Deze plek was voor de Inca’s het centrum van hun rijk of de navel van de wereld.
’s Avonds is er een voorstelling in het Museo del Arte Indigeno met muziek en dans uit verschillende streken van Peru. In de pauze wordt er cocathee geschonken (om de vele aanwezige Amerikanen te pesten?). De voorstelling is weliswaar gericht op de toeristen maar gelukkig ontbreekt het gelikte en routinematige.

kathedraal
kathedraal
koloniaal huis
steen
de steen met 12 hoeken
arco
Arco de Santa Clara
oude man

vrouwen
markt
qorikancha
Qorikancha
qorikancha

Convento Santa Catalina

Cuzco (dag 3)

We gaan met de groep ontbijten in het ‘Hotel de Niños’, een project van een Nederlandse om straatkinderen op te vangen en een toekomst te bieden. Daarna bezoeken we de wijk San Blas, waarvan we eerder al wat hadden gezien toen we naar het hotel kwamen dat ons niet had verwacht. De wijk bestaat uit trappen of smalle straatjes omzoomd door koloniale huizen met vaak prachtige binnenpleinen. De weg leidt ons de wijk uit en we komen in een volkswijk terecht. Via een ommetje belanden we op het stemmige Plazoleta San Blas, inderdaad in de gelijknamige wijk. De zon is weer doorgebroken en we gaan er zitten. Opeens komt de schoenenpoetser van gisteren en informeert naar de stand van zaken rondom de schoenen. Truus heeft echter haar wandelschoenen aan en daar zou hij ook mee uit de voeten kunnen (‘special suède’).
’s Middags gaan we weer met een deel van de groep op pad. Een minibusje neemt ons mee voor een ‘real city tour’ met een plaatselijke gids. Aan de rand van de stad stoppen we bij een adobe ‘fabriekje’. Twee mannen maken hier van stro en grond ‘bakstenen’ die in de lucht te drogen worden gelegd. We mogen het ook zelf proberen en horen van de lage inkomsten en geven ondertussen onze ogen de kost. Het ziet er inderdaad zeer armoedig uit.
Een stukje terug in de stad ligt een volkswijk met een schooltje. Helaas zijn de kinderen er niet en kunnen we alleen de lege klaslokalen zien. Ook hier is armoe troef al merk je dat er veel inzet is om er toch een leuke leeromgeving voor de kinderen te scheppen.
De volgende stop is bij een huis/hut met een stok boven de deur, aan de stok een rode vlag. Dit is een chicheria waar in grote ketels bier gestookt wordt. Dit brouwsel heet chicha en wordt in grote glazen voor een habbekrats verkocht. Eerst blaas je over het glas (offer voor de bergen) en daarna giet je wat op de grond (offer voor Pachamama, moeder aarde). Je kunt het half opdrinken, dan kom je drab tegen. We proeven en het is niet vies. Bij navraag blijkt alcoholisme hier een zeer groot probleem te zijn. We mogen ook de plaatselijke snack levend aanschouwen, men eet hier bij de chicha namelijk gegrilde cavia.
De toer stopt daarna bij een huis in de wijk: vóór het huis het nu even lege varkenskot, het huis heeft een kamer met daarin een gaskookplaat, een tafel met stoel, een bed, wat legplanken en een tv. De muren zijn van adobe en ook aan de binnenkant niet afgewerkt. De vloer is gewoon van zand en de ruimte heeft geen ramen, alleen de buitendeur. De toer wordt afgesloten in de markthal waar we gisteren al doorheen waren gelopen.
Na al deze armoede doen we vanavond luxe met het afscheidsdiner in een restaurant aan de Plaza de Armas. Er is muziek tijdens het eten en velen doen zich tegoed aan het buffet. Helaas blijkt niet alles nog warm en bij het afrekenen probeert de ober de boel te flessen. Een onverdiende afsluiting in Cuzco en Peru!

san blas
San Blas
san blas

man
deur

san blas
Plazoleta San Blas
adobemakeradobemaker
sloppensloppenwijk
chicheria
in de chicheria

naar huis

Het wordt vroeg opstaan om de ochtendvlucht naar Lima te halen. Per bus naar het vliegveld, groepsincheck en boarden gaan redelijk snel. Het opstijgen op die hoogte duurt even maar na het passeren van het wolkendek is er het prachtige schouwspel van de pieken in de Andes die boven de wolken uitsteken.
Na deze korte vlucht breekt een lange dag aan op het vliegveld. Sommigen duiken nog eens de stad in. De anderen doden de tijd met koffie, hamburgers, puzzels, lezen, met elkaar kletsen, een massage, nog wat winkelen. Om een uur of drie kunnen we inchecken, daarna vertrekbelasting, paspoortcontrole, security en we verzamelen weer bij de gate. De taxfree-winkels verleiden nog de een of ander en om 5 uur ’s middags (12 uur ’s nachts in Nederland) zingen we allen voor iemand die jarig is. Kort daarna kunnen we boarden en om kwart over 6 vertrekken we weer.
13 uur later landen we rond half twee ’s middags op Schiphol en nemen bij de bagageband afscheid van elkaar.
We kijken terug op een bijzonder geslaagde reis. Iedereen heeft hieraan bijgedragen. Een goede organisatie door Djoser, een hechte en gezellige groep, die toch iedereen de vrijheid liet en vooral een perfecte, gedreven, geduldige en geïnteresseerde reisleidster die steeds haar vrouwtje stond met al de zieken. Bedankt allemaal!

 

groep

naar boven