Van 23 maart t/m 6 april 2003 hebben we een reis door Egypte gemaakt. Wij zijn Truus, Tim en Peter.
De reis was georganiseerd door Rosetta-reizen. Anne uit El-Fayoum was onze reisleidster.
Hans uit Putten maakte net als wij de 15 daagse reis, de rest van de groep verbleef daarna nog een week op de Sinai.
Deze andere deelnemers waren Ina en Peter uit Berkel-Enschot, Annelies en Ton uit Sassenheim, Lia en Harry uit Sint-Oedenrode, Ria uit Prinsenbeek, Guus uit Lieshout, Zahira uit Utrecht en Hans uit Apeldoorn.
helaas zijn de foto's van mindere kwaliteit (stills van een videoband)
naar Cairo
In de trein naar Schiphol worden we aangesproken door twee dames met de vraag of we ook naar Egypte gingen ?! Ze hebben onze kofferlabels gezien en waren op weg naar een vakantie in Egypte met Rosetta. Guus en Ria komen beiden eveneens uit het zuiden van Nederland aanreizen.
Een keurige vlucht met Egypt Air laat voor ons de Alpen in het licht van de ondergaande zon schitteren en een uur later de lichten langs de baai van Napels.
Weer twee uur later zien we uit over de zee van licht die bij Cairo hoort.
Na de normale formaliteiten maken we kennis met onze reisleidster Anne.
De bus brengt ons door het zelfs op dit uur chaotische verkeer in Cairo en laadt zijn vracht af bij hotel Concorde.
Gize en Sakkara
Na een lekker ontbijt brengt ons de bus naar Gize.
Nog niet helemaal gerust op wat ons te wachten staat in verband met de oorlog in Irak zien we onderweg meer blauw op straat dan waar ook. In de buurt van de universiteit waar eerder deze week onlusten waren geweest bulkt het van de ME-wagens en zwaar bewapende agenten.
In Gize kan eerst gepind of gewisseld worden. Het eerste wat in de bank opvalt is het volledige ontbreken van computers en een duidelijke hierarchie bij het personeel; ook in de bank staat een agent! Beladen met een dik pak smerige Egyptische ponden gaan we naar de pyramiden.
Een geweldig aanblik en de eerste ervaringen met belagers rond alle bezienswaardigheden. Verkopers van kaarten, sjaals, prullaria klampen je voortdurend aan. Iedereen wil je wat laten zien of een foto van je maken, uiteraard verwacht men dan baksjiesj (fooi); zelfs de toeristenpolitie doet eraan mee. Even later wordt je nogal indringend uitgenodigd voor een rit op een kameel (of beter een dromedaris).
Tim heeft een voetbalshirt aan hetgeen snel de aard van de Egyptenaren laat zien: ze zijn gemakkelijk tot een praatje te verleiden en houden allemaal van voetbal (uitgezonderd onze gids die zich de enige Egyptenaar noemt die niet rookt en niet van voetbal houdt.).
Tijdens het uitstapje is het heel ander weer dan we hadden verwacht. Het lijkt elk moment te kunnen regenen, het is best fris en waait. De gids stelt ons gerust: het regent bijna nooit in Cairo.
Van de pyramides is het een korte rit naar de sfinx. Tijdens de uitleg van de gids begint het te regenen en even later plenst het. Tijd om een foto en video van een natte weg in de woestijn te maken.
Op zo’n eerste dag beïndrukken een heleboel zaken die men na een week al heel gewoon vindt: overal ligt vuilnis, vooral plastic want al het organische materiaal wordt door wilde honden, vogels enz. opgegeten. Dode dieren gaan niet naar de destructie maar in de sloot, trouwens dezelfde sloot waar de was in gedaan wordt, water gehaald en waar ook de riolering in uit komt.
Het is weer een moment om de Egyptische economie te spekken en we brengen een bezoek aan een 'papyrusfabriekje'. Na een korte uitleg hoe papyrus nu gemaakt wordt mogen we alles in de winkel bewonderen maar vooral kopen tegen enorme kortingen. Blijkbaar is het vertrouwen in onze kennis van en hoe af te dingen niet zo groot, maar die kunst leren we in de komende dagen snel. Je kunt niet eens broodjes bij de bakker halen zonder af te dingen!
Een stukje verder strijken we neer in een restaurant waar de muzikanten al op de stoep staan te wachten op een van de weinige bussen van die dag. In het restaurant maaken we kennis met Egyptisch voedsel – lekker. Voor ons groepje van 15 staan even zo veel obers klaar en verder is het restaurant leeg. Onze reisleidster weet te vertellen dat het anders altijd bomvol is, maar door de oorlog laten veel toeristen het afweten. Dat is ons ook al bij de pyramides opgevallen, er staan er nog geen 10 bussen.
De laatste bezienswaardigheden op die dag liggen in Sakkara op ons te wachten. We klauteren door twee graven waaronder dat van Mereroeka en lopen naar de pyramide van Djoser. Halverwege onze rondgang worden we weggestuurd, het is sluitingstijd. De bus brengt ons terug naar Cairo dwars door eindeloze buitenwijken die wanordelijk zijn volgebouwd. Landbouwgrond wordt hier snel bouwgrond en na verloop van tijd wordt alles gelegaliseerd en krijgt men stroom en water.
Terug in de stad begint het weer te regenen en het verkeer loopt volledig vast. De reisleidster vertelt dat de Cairenen volledig ontregeld raken door wat regen!
’s Avonds maken we een wandeling naar een Libanees restaurant in de buurt – een goede aanrader door onze reisleidster! Na zo veel indrukken liggen we snel onder de veren.
"Hello mister, where are you from..., do you want to ride a camel, very cheap, how much do you think you pay...no no, very cheap, how much, hello mister, you ride camel around pyramid, very nice picture, your nice wife wants a ride, OK hello, very good price, you ride camel, how much you pay..."
regen bij de pyramides
Cairo in de regen
Cairo
De zon schijnt op de ontbijttafel en voor het hotel worden snel wat taxis geregeld om ons voor een schappelijke prijs (5 pond = 85 cent) naar het centrum van islamitisch Cairo te brengen.
Opeens wandel je door een drukke straat met aan weerskanten ‘winkels’, d.w.z. nissen van 4 vierkante meter die net als de straat ervoor volgestouwd zijn met spullen. Tussendoor lopen de klanten en wurmen zich auto’s doorheen die voor elke andere verkeersdeelnemer even claxonneren. De verkopers roepen, de geuren van etenswaar, wierook belagen de neus en alle zintuigen worden gebombardeerd met indrukken als vanuit de sprookjes van 1001 nacht.
De Al-Maridani moskee is gesloten en we wachtten op de concierge ondertussen kunnen we de bedrijvigheid in de straat bekijken. De klim in de minaret van de moskee wordt met een mooie kijk over de daken van Cairo beloond… maar wat ligt er niet allemaal op die daken: blijkbaar is een plat dak een bergplaats bij uitstek.
Het gaat weer terug door de straat van 1001 nacht naar een overdekte markt waar het orientalische gevoel nog eens vermenigvuldigd wordt. Overal raken we snel in contact met mensen die naar ons land van herkomst vragen. Handelaars reageerden ophet antwoord ‘Hollanda’ steevast met ‘kijken kijken niet kopen’. En gelijk hebben ze.
Weer moeten de schoenen uit en we gaan de moskee Al-Azhar binnen. De gids gaat voor ons de oproep tot gebed zingen en deelt tussendoor Engelse en Duitse brochures en boekjes uit over de islam. Al-Azhar is het geestelijke centrum van Egypte en heeft zelfs een eigen universiteit.
De Khan-al-Khalili is een wirwar van smalle steegjes met aan weerskanten piepkleine winkeltjes. Hier wordt je voortdurend en soms letterlijk aan je jasje getrokken om kleding, sieraden, alabaster enz. te kopen.
Al gauw tijd om op het terras (? zo’n 2 m breed) van het vermaarde theehuis Fishawi's een glas thee te nuttigen en de eerste woorden Arabisch te oefenen (zoals sjokran = bedankt). Tim en Fatiha bestellen een shisha (waterpijp) en Peter kan het ook niet laten om te proeven. Op zoek naar een restaurant komen we de rest van de groep weer tegen, de keuze van eetgelegenheden is toch wel beperkt.
Voor de vrije middag hebben we het Egyptisch Museum op het programma gezet. Vooral de schatten van Toetenchamon zijn overweldigend, verder is het museum zeer rommelig.
Met gevaar voor lijf en leden steken we de Corniche-an-Nil over om een stukje langs de rivier en de brug over te lopen. Vanaf hier heb een geweldig uitzicht over alle contrasten die Cairo kent: supermoderne hoogbouw van dure hotels, half afgebouwde en bewoonde torenflats, de Cairo Tower, restaurantboten, standaard flats waar nooit onderhoud aan gepleegd is en dat alles overgoten met de verschrikkelijke herrie die de stad kan produceren.
Voordat we naar het hotel gaan om even bij te komen wordt eerst contact met thuis gezocht in een internetcafé: een gang door in een kamer twee computers – wel zo functioneel en heel goedkoop.
Voor het avondeten gaan we weer met de taxi op pad, wij stappen in de laatste taxi en zijn ruim 5 minuten voor de rest op de plaats van bestemming! We hebben dan ook een Caireense uitgave van Michael Schumacher aan het stuur – hij vindt alle gaatjes en met het nodige duwwerk geholpen door flink claxonneren komt hij steeds vooraan.
Het eettentje ligt bij Khan-al-Khalili en na het eten gaan we weer de soek in. Helaas sluiten net zowat alle winkels, misschien vanwege het voor Caireense begrippen slechte weer (wat regenachtig en 18 graden) en de weinige toeristen.
Dus brengt ons een taxi weer terug naar het hotel waar we nog naar de bar gaan en de leden van onze groep wat beter leren kennen.
humor op de markt
Content on this page requires a newer version of Adobe Flash Player.
Cairo (dag 2)
Hans uit Putten en wij maken een 15daagse reis, de rest van de groep een 22daagse. Zij komen later nog terug naar Cairo voor een dag, wij niet meer.
Dus sluiten we ons niet aan bij de busreis naar Wadi-al-Natroun maar blijven in Cairo. Met de taxichauffeur die ons naar de Citadel brengt werd afgesproken, dat hij ons voor 100 pond (17 €) tot ’s middags om vier uur rond zou rijden.
Op de citadel bekijken we de moskee van Mohammed Ali, een groot gebouw in Turkse stijl en genieten van de uitzicht over de stad. De taxi brengt ons naar de koptische wijk of Oud-Cairo terwijl de chauffeur in redelijk Engels met ons keuvelt.
Oud-Cairo is heel rustig, heeft een stil kerkhof bij de Sint-Joriskerk en uiteraard bezoeken we de Hangende Kerk. Hierna worden we door onze chauffeur op een ‘terrasje’ (een tafel met vier tuinstoelen) op muntthee getrakteerd. Ondertussen wordt de taxi langs de kant van de weg gewassen. De chauffeur weet nog een betere plek voor een goed uitzicht, boven op de rotsen, dus gaan we er naartoe. Hij heeft gelijk. Hij wil ons ook graag naar het mausoleum van Sadat brengen, aarzelend geven we toe. Het valt niet tegen, dat mausoleum is bovengronds samen met het graf van de onbekende soldaat en bestaat uit soort open pyramide – een sierlijk monument langs de plek waar Sadat werd vermoord.
De chauffeur weet een goed restaurant, het blijkt bij een hotel te horen waar we bij het lopend buffet kunnen aanschuiven. Van de kleine hap die we van plan waren blijft dus weinig over.
Op ons aandringen gaan we naar de City of the Dead, een reusachtig begraafplaats waar gewoon mensen wonen, in totaal ongeveer 1 miljoen! Een enkele weg gaat er doorheen en zonder te stoppen (want te gevaarlijk) gaan we er doorheen. De snelweg gaat met een viaduct langs af, daar wordt gestopt voor een videopauze.
Tenslotte maken we nog een ritje door de fatimidische of islamitische wijk van Cairo – een geheel van smalle straatjes vol winkeltjes, mensen die daar een kleine werkplaats hebben, oude vrouwen en mannen die voor hun huis zitten, soms genietend van een waterpijp, kinderen die spelen over de weg rennen – het hele leven speelt zich buiten af. De kakafonie van geluiden, beelden, geuren is duizelingwekkend.
Truus en Tim gaan naar het ‘internetcafé’ en ik naar de buurman om een geurtje voor Truus’ verjaardag te kopen. Bij zo’n koop komt de halve familie erbij: 3 ooms met namen die steeds beginnen met ‘dokter’, alles is uiteraard speciaal en wordt al eeuwen door de familie beheerd en de gewassen voor de essencen in de Nijldelta verbouwd. Ik geloof het meteen. Na het nodige afdingen krijg ik nog een cadeautje erbij (dus toch te veel betaald).
Het avondeten is een kleine hap in een soort snackbar. De eigenaar wordt zowat overvallen doordat er een groep van 15 buitenlanders binnenkomt. Niet iedereen heeft goed of genoeg gegeten, wij vinden dat na ons uitgebreide lunch niet erg.
Een stoet taxi’s brengt ons naar de citadel. Hier is een gratis voorstelling van zo’n 2 uur van Soefidansers , hetgeen veel lijkt op de dansende derwisjen in Turkije. Een schitterende voorstelling met live muziek en dansers met een ongelovige volharding – een half uur voortdurend ronddraaien! Helaas mag er niet worden gefilmd.
Terug in het hotel is Tim snel verdwenen richting bar voor het avondlijke rikgebeuren.
de taxichauffeur
Cairo = smog
bij het mausoleum voor Sadat
vlakbij de City of the Dead
Minya
Tijdens de ochtendspits brengt ons de bus het (gelukkig maar) korte stukje naar het station van Gize. Vanaf hier gaan we met de sneltrein richting Aswan.
Op het station was het redelijk druk maar voor de plaats hoef je niet bang te zijn, bij elk kaartje hoort een plaatsbewijs. Het is me nog steeds een raadsel hoe de reizigers weten dat het hun trein is, er zijn geen borden of omroepen. In slakkengang komt onze trein binnen, iets wat hij op elk station doet - beslist geen sprinter. De reis naar El-Minya duurt zo'n 2 1/2 uur en geeft ons vanuit de luie stoel een goede kijk op het plattelandsleven.
De bestemming Minya is niet echt toeristisch, de meeste reisorganisatoren mijden het gebied tussen Cairo en Luxor omdat het als fundamentalistisch te boek staat. Sinds de aanslag op toeristen in 1997 weet men dat diegenen die van Egypte een islamitische staat willen maken niet ervoor terug deinzen om een belangrijke bron van inkomsten voor het land te raken. Maar in Cairo hadden we al ervaren dat de overheid niets aan het toeval willen overlaten.
Al vanaf de trein worden we door een schare agenten via een zijuitgang van het station begeleid en in escorte 200m naar het hotel vervoerd waar zich meteen een politiewagen voor de deur posteert. Instructie is dat we niet op eigen houtje het hotel mogen verlaten.
Met een motoragent met sirene voorop die het verkeer aan de kant zet, dan zo’n pickup met huif waaronder 4 agenten voor en nog een achter de bus gaan de vip’s op pad naar de graven van Beni Hassan . In de tuin aan de voet van de berg gaan we picknicken, lekker verzorgd door de reisleidster samen met de plaatselijke agent van Rosetta.
Geflankeerd door de veiligheidsmacht klimmen we de heuvel op om de graven te inspecteren. Op de terugweg eenzelfde beeld als heen: mensen die kijken naar de bijzondere stoet, roepende en zwaaiende kinderen – duidelijk een streek waar zelden toeristen komen.
We eten in het hotel en gaan daarna met z’n allen voor een avondwandeling in de stad, uiteraard onder politietoezicht. In een theehuis op het terras voelen we ons echt net Marsmannetjes, voorbijgangers blijven staan om die rare buitenlanders eens echt goed te bekijken.
Tenslotte doen we nog boodschappen voor de volgende dag.
de "snel"trein
treinkaartje
ticket voor Beni Hassan
goed bewaakt op pad
Trein naar Aswan
Ons vertrek is op eenzelfde manier georganiseerd als onze aankomst. De kruiers op het station sjouwen de koffers via de kortste weg naar het perron: over de rails. Tijdens het wachten op de trein valt er van alles te zien zoals veiligheidsmensen van allerlei pluimage: toeristenpolitie, spoorwegpolitie, leger, agenten in burger met allerlei wapens zoals kalasjnikovs, ak’s enz.
Aan de andere kant stopt een lokale trein met 3e klas - houten banken, geen deuren en geen ramen. Gelukkig is onze trein meer comfortabel, zelfs luxeflex tussen de dubbele ramen tegen de hete zon.
De rest van de dag reizen we door het Nijldal . Langzaam aan wordt het vruchtbare deel smaller en worden de dorpen in de woestijn gebouwd. Weg en spoor lopen op de rand van groen en zand.
Bij aankomst in Aswan in het donker (het wordt om 6 uur al donker) en is er vervoer naar hotel Cleopatra op de hoek van de soek. Vanaf het balkon hebben we goed zicht op de bedrijvigheid maar ook op de ontspannen sfeer onderling.
nog nooit was mijn koffer zo veilig
Aswan
Een dag met een aantal excursies; Aswan is bekend vanwege de dam in de Nij, maar het zijn er twee! De Aswandam is rond 1900 door de Britten gebouwd en de High Dam door Egypte met Sovjetrussische hulp is in 1971 voltooid. Gek genoeg mag je er beslist niet fotograferen of filmen. Er wordt ook bij het reusachtige monument voor die Sovjethulp gestopt. Als je er in loopt is het nog best leuk ook.
Een stuk verderop gaan we met een bootje het stuwmeer op naar het eiland Agilika dat helemaal in model werd gebracht om te lijken op het eiland Philae dat door de dam onder water kwam. De tempels zijn later naar het eiland op het droge verplaatst en staan er schitterend bij. De agent van de toeristenpolitie geeft ons nog een korte privé rondleiding naar de Nilometer (antieke schaal om te hoogte van het Nijlwater te meten) en hij legt ons uiteraard tegen betaling vast op onze videocamera.
De laatste stop voor de etenspauze is een antieke steengroeve waar de onvoltooide obelisk van 41 m lang te bewonderen valt.
Een heerlijke oase van rust en verkoeling is het eiland van Kitchener waarop de gelijknamige Engelsman een botanische tuin heeft aangelegd die tevens veel verschillende vogels huisvest. Voorrangig aanwezig zijn de koereigers met hun typische ‘lach’.
Een bootje brengt ons naar het Aswan Moon restaurant dat op een Nijlboot ligt en waar we op een wat wiebelig terras na het eten van een lekker toetje genieten, getrakteerd door de jarige Harry.
Tim blijft er nog wat hangen en wij raken in de onoverzichtelijke straten van de soek even de weg kwijt.
Bijna zijn we nog met een wisseltruc bedrogen, maar gelukkig hebben we op tijd door dat men ons een briefje van 50 piaster voor 50 pond wil teruggeven.
Vanavond vroeg naar bed!
op 'Philae'
de 'onvoltooide'
de katarakten bij Kitchener Island
Abu Simbel
Om 4 uur uit de veren want de bus moet op tijd klaarstaan voor het konvooi naar Abu Simbel . Alle bussen worden door de veeltallige politie gecontroleerd, zelfs de onderkant met behulp van spiegels. De kolonne van pakweg 10 bussen, wat grote en enkele minibusjes gaat snel plankgas door de nog donkere woestijn. Maan en sterren geven een mooi schouwspel maar snel kleurt de lucht in het oosten rood en plotseling komt de zon over de horizon, in de verlatenheid van de woestijn een machtig schouwspel. De chauffeurs van de bussen houden zich op die 250 km met wat onderlinge races bezig, gelukkig is de weg nogal verlaten.
Na de entree van Aboe Simbel is het een klein stukje lopen met een schitterend uitzicht over een verlaten stuwmeer en een desolaat heuvellandschap tot ver naar het zuiden, daar waar reeds Soedan ligt. Dan ga je een bochtje om en word je overweldigd door de beelden van Abu Simbel. Voor mij was dit de hoogtepunt van de reis – wat een aanblik, letterlijk onbeschrijfelijk.
Na ook de binnenkant uitvoerig te hebben bekeken is het iedereen erover eens dat het een goede zet was om die beelden voor de verdrinkingsdood in het stuwmeer te redden. Ze zijn in de jaren 60 in blokken gezaagd en 60 m hoger tegen een kunstmatige heuvel opnieuw opgebouwd. Foto’s voor en na die operatie laten zien dat dit meesterlijk goed gelukt is. Om 9 uur stelt het konvooi zich opnieuw op voor de woestijnrace terug.
Halverwege stoppen we om wat 'fata morgana's' te bekijken – het verschijnsel kennen we hier ook op hete dagen boven het asfalt, alleen lijkt hier een meertje in de woestijn te liggen.
Terug in het hotel gaan we nog even wat bijslapen en daarna luxe op het dak bij het zwembad in de schaduw liggen en af en toe een duik nemen.
Tegen zonsondergang wordt de warmte wat aangenamer en maken we een wandeling naar het Nubische Museum.
Een schitterend tentoongestelde verzameling objecten, hier moet de directe van het Egyptisch museum eens komen kijken hoe je iets toegankelijk tentoonstelt!
In de veelvoud van objecten een vaak levensgrote voorstellingen maakt vooral het houten legertje veel indruk.
Al is het donker is de verlichte tuin van het museum ook de moeite waard.
Een korte wandeling brengt ons langs de Koptische kathedraal waar net een dienst werd gehouden naar ons restaurant op een Nijlboot.
in het Nubisch Museum
de koptische kathedraal
Aswan
Eerst hebben we op de soek gefourageerd en dan zijn met de veerboot overgestoken naar het eiland Elephantine . Op dit eiland zijn twee Nubische dorpen en inderdaad, opeens waan je je duizend kilometer zuidelijker in zwart Afrika. Er heerst een ontspannen en wat lome sfeer op het eiland. Aan de westkant is er mooi zicht op het mausoleum van Aga Khan en de graven van de Edelen in de rotsen.
Het St.Simeonsklooster aan die kant hebben we overgeslagen omdat je er alleen te voet (wat lang) of per kameel kunt komen, maar Tim is echt allergisch voor die beesten, dus dat hebben we hem maar niet aangedaan.
Terug in Aswan ploeteren we nog een keer door de soek waarbij je voortdurend de handelaren ‘nee, dank u’ (‘la sjokran’) moet verkopen. Truus kan een jurk (‘galabbiya’) niet weerstaan, de kleermaker maakt hem ter plekke op maat. We zitten daar een uur en onder het genot van een kop muntthee keuvelen we zo goed en kwaad als het kan in het Engels met de kleermaker en zijn zoon.
Op de soek wordt nog meer buit gemaakt (sieraden) en ’s middags ontvluchten we de warmte bij het zwembad van het hotel.
’s Avonds hebben we afgesproken op een particulier adres op het eiland Elephantine. Met een motorbootje worden we afgehaald en maken we eerst een rondvaart bij de katarakt met uitzicht op het Old Cataract Hotel, de enorme rotsen, mensen die op de eilandjes wonen, een vogelwereld die hun nachtverblijf opzoekt. Dit alles tegen de achtergrond van de ondergaande zon en de Nubische gastheren op de boot met hun trommels. Al snel is iedereen aan het dansen. Ondertussen gaat het snel schemeren en bij het laatste licht van de dag meert de boot aan.
Een korte wandeling door het labyrint van steegjes in het Nubische dorp eindigt op de eerste verdieping – een dakterras. Schoenen uit en in kleermakerszit op de matten – kort daarna begint een heerlijk maaltje. Om ons heen gaat het dorpse leven zijn gewone gang, als het heel warm is gaan de mensen zelfs buiten voor hun deur slapen! Een korte boottocht brengt ons terug in de stad en Tim naar zijn onvermijdelijke potje rikken.
op Elephantine
een jurk in wording
Content on this page requires a newer version of Adobe Flash Player.
op de boot
Boottocht
’s Ochtends laten we de koffers en Hans in het hotel achter en na een korte wandeling verdeelen we ons over twee faloeka's (zeilboten), ons thuis voor de komende 24 uur.
Op de Nijl staat een fris briesje dat ons 200 m verder brengt waar we zo’n half uur moeten wachten totdat alle formaliteiten bij de rivierpolitie zijn afgehandeld – veel papier en stempels. Zigzaggend maaken we gebruik van de wind (schuin van voren) en snel wordt een muziekje (héél arabisch) opgezet. Langzaam trekt het leven aan de oever langs ons heen terwijl de schipper thee zet en de voorbereiding voor het middageten treft. Het roer wordt overgenomen door de scheepsjongen. Ondanks de aanwijzigingen van de schipper wordt de afstand tot het andere bootje voor ons steeds groter. De wind gaat zowat stil liggen en de warmte neemt toe. Ton vindt het gestuntel van de ‘stuurman’ niet leuk, zijn vingers jeuken om het over te nemen.
Bij de ‘plaspauze’ blijkt het andere bootje al een uur op ons te wachten. Daar wordt het roer overgenomen door de oude schipper maar niet zonder veel gemopper van zijn kant. Gelukkig kunnen we hem niet verstaan. Naarmate de middagzon langer schijnt worden we steeds lomer. Het avondeten is een welkome afwisseling. Omdat er haast geen wind staat komen we ook moeizaam vooruit en de avond valt. Een mooie gelegenheid om foto’s te maken en te filmen.
Snel trekken mistflarden langs de oever en komt de nacht. Op een plekje langs de oever worden de boten afgemeerd, een vuurtje gestookt en en koel drankje uit de koelbox gehaald.
Tenslotte gaat iedereen zich installeren op het dek en proberen te slapen. De sterrenhemel valt helaas tegen, wel is er veelvuldig geblaf van wilde honden die dicht bij de boten komen. Maar goed dat de planken binnenboord waren gehaald. Het dunne matje is weliswaar niet echt comfortabel maar tenslotte wordt er toch geslapen.
Kom Ombo en Edfu
Nog in het grijze ochtendlicht komt iedereen onder de dekens vandaan en kijkt met een door slaap verwrongen gezicht om zich heen. Ondertussen is het gas weer aan het blazen voor het ontbijt en de zon komt tussen de palmbomen aan de oever op.
Omdat er nog steeds geen wind staat worden de faloeka’s naar het midden van de rivier geroeid en drijven we met de stroom mee. Na enkele kilometers klauteren we aan de kant en strijken neer in een restaurantje met terras. Ondanks een sanitaire stop blijven we ons behoorlijk vies voelen.
Er is weinig tijd voor dit soort overpeinzingen want aan de overkant wacht de tempel van Kom Ombo.
Over de Nijlbrug en door het drukke plaatsje Edfu komen we bij het enorme tempelcomplex met dezelfde naam, dat tot onze verbazing heel druk bezocht is (waar komen al die toeristen opeens vandaan?).
Hans krijgt het voor elkaar om de wereld op de kop te zetten: hij vraagt baksjisj voor het maken van een foto een krijgt het ook.
Na nog een uur in de bus komen we bij ons hotel in Luxor waar een heerlijke douche op ons wacht en op het dak een fijn terras met zwembad. Het uitzicht is eveneens mooi: achter een parkje het tempelcomplex van Luxor, de Nijl en in de verte de bergen van het Dal van de Koningen, aan de andere kant de stad met ertussen het tempelcomplex van Karnak.
’s Avonds is er nog een stadse wandeling door de soek en lekker eten bij 'Mike'.
Kom Ombo
Edfu ("come, see Horus")
op het dakterras
Luxor
In de betrekkelijke koelte van de ochtend gaan we met de bus langs bij de kolossen van Memnos (fotopauze) om te eindigen op het parkeerterrein van de tempel van Hatsepsjoet (Tempel Ad-Deir Al-Bahari). Op een andere bus na zijn we de enige gasten! De stoffige weg naar de tempel maakt het geheel omsloten door hoge rotsen alleen indrukwekkender.
Een kort ritje en we gaan tussen de hoge rotsen wandelen in het Dal der Koningen. De gids laat ons 3 graven zien: dat van Toetmosis III, van koningin Tawosret/Sethnacht en dat van Ramses III; vooral de laatste twee zijn zeer indrukwekkend.
De hitte in het nauwe dal was ondertussen opgelopen tot 45 graden, fijn om in de bus te stappen.
Op de terugweg stoppen we nog tegenover het Ramesseum om twee ambtenarengraven in te gaan, die graven liggen midden in een dorp.
Terug in de stad begint de hitte aardig overhand te krijgen, het kwik klimt naar 42 graden en de fijnste plek is in de schaduw bij het zwembad.
Tegen de avond gaan we weer op pad: de tempel van Luxor. Het is leuk om de tempel in daglicht en tijdens de schemering en tenslotte in het donker te zien. Steeds weer een ander lichtval, andere accenten, gewoon schitterend.
een kolos van Memnos
in de tempel van Hatsepsjoet
de tempel van Luxor
Abydos en Dendera
Na het ontbijt brengt ons het minibusje in een zijstraat waar al heel wat bussen staan en nog blijven komen, want om 8 uur vertrekken we per convooi, de meeste bussen gaan vanaf Qina naar Hurghada, een taxi en nog twee minibussen gaan met ons samen verder richting Abydos . Bij de provinciegrens wordt de politieagent in onze bus vervangen door een politieauto voor en een achter ons plus een pantserwagen – elke provincie heeft eigen regels.
Niet alleen ons convooi maar elk kruispunt, elke brug, elk zijstraat wordt door een gewapende man in de gaten gehouden.
Abydos is het waard om er drie uur in de bus naar toe te gaan, al begon ‘tempelmoeheid’ toe te slaan. We hebben zo veel overweldigend mooie dingen in zo’n korte tijd gezien dat we vol raken.
We gaan op dezelfde weg terug en stuiven weer langs de mooie moskee in Qina die we al op de heenweg en eerder in de trein hadden gezien, de volgende bestemming is Dendera.
Hier hebben we weer zo’n marsmannen-gevoel: een schoolklasje dat uit een speeltuin komt is heel enthousiast maar leerkrachten aan hun kant en de politie aan de onze maken een echt contact onmogelijk (terroristen in spe?). Steeds beschutting voor de zon opzoekend komen we hier zelfs op het dak van de tempel.
’s Avonds gaan we weer met z’n allen eten op een terrasje, ze hebben daar geen alcoholische dranken. Harrie wilde wijn, dus wordt er door personeel wijn uit de winkel gehaald, maar wel in de (zwarte) plastic zak op tafel gezet alsof dat niet opvalt…
in Abydos
Dendera
het klasje
Karnak
Voor vandaag wordt 43 graden voorspeld (en dat voor 5 april!), dus we gaan al vroeg uit de veren en met een taxi naar Karnak . We zijn er om kwart over 6 zowat de eerste toeristen van de weinigen voor die dag. Dit is een van de hoogtepunten van Egypte, wat een enorm en kolossaal complex. Om half negen zijn we vol van alle indrukken en hebben na een taaie afdingprocedure de taxi naar het hotel genomen. We besluiten de rest van de dag rustig langs het zwembad door te brengen, maar eerst nog langs het internetcafé.
Het is de bedoeling om ’s avonds rond 5 uur naar het Luxor-museum te gaan maar we zijn te lui en te loom en blijven maar hangen.
Om zeven uur nemen we met de hele groep een bootje naar de overkant van de Nijl om daar op een heerlijke plek op een terras bij de Nijl onder de sterrenhemel bij dik 30 graden ons galgemaal te eten. Het blijkt een soort ‘rijsttafel’ op zijn Egyptisch te zijn, heel veelzijdig, gevarieerd en erg lekker. Hans, die samen met ons de volgende dag weer richting huis zal gaan gaat nog een speech houden. De rest van de groep heeft nog een week te gaan: Hurghada, met de katamaran naar Sharm-el-Sheik, Dahab en de Sinai, een beklimming van de Mozesberg en terug naar Cairo.
We gaan van de airco op de kamer genieten, want om half 6 moeten we er weer uit.
Naar huis
Om half zeven staat het busje klaar en de verrassing: de hele groep staat op de balkons om ons uit te zwaaien! Dit is een schitterende graadmeter hoe goed de sfeer in de groep is geweest.
Een binnenlandse vlucht brengt ons van het piepkleine vliegveld in Luxor naar Cairo. Daar worden we opgewacht door een medewerker van Rosetta die ons vooruit gaat naar het ‘internationale vliegveld’, gewoon een ander gebouw op zo’n paar honderd meter afstand.
Hij loodst ons soepel door alle incheck- en douaneformaliteiten en na wat laatste boodschappen lopen we weer dezelfde trap op die we dik twee uur eerder waren afgedaald! Het blijkt hetzelfde vliegtuig te zijn dat daar nog op zijn plek staat!
Een fijne vlucht levert ons keurig vol herinneringen en een beetje weemoedig ’s middags op Schiphol af.
Bedankt voor iedereen die dit voor ons tot een onvergetelijke reis heeft gemaakt:
- de medereizigers
- reisleidster Anne
- Rosetta-reizen
en vooral
- de geweldige Egyptenaren