Op 29 april 2004 vertrekken we met AirLingus naar Dublin. Dezelfde maatschappij brengt ons op 13 mei weer terug naar Amsterdam.
Deze keer gaan we met z'n tweeën, Truus en Peter dus.
We hebben de voorafgaande organisatie overgelaten aan OAD-reizen.
Ze hebben de tickets, de autohuur bij Hertz en de vouchers voor Bed & Breakfast geregeld.
De vouchers worden uitgegeven van Town and Country Homes Ireland Bed & Breakfast hebben we in "ensuite" rooms, d.w.z met een eigen badkamer. Verder krijgen
we elke ochtend een uitgebreid Iers ontbijt: Cereals (cornflakes o.d.), sinaasappelsap, koffie of thee, toast
en bruin brood, en bord met gebakken ei, gebakken spek, gebakken tomaat en gebakken worstjes, soms
ook een schijfje "pudding", dat is gebakken bloedworst en/of een flensje. Voor de toastjes of het brood
is er boter en jam. Als toetje ligt er fruit. Na zo'n stevig ontbijt kun je de dag wel aan!
We hebben in Ierland geen foto's genomen maar gefilmd. De foto's zijn meestal "video stills"
vlucht naar Dublin
Na de gewoonlijke reis naar Schiphol komen we daar in een behoorlijke drukte terecht. Niet alleen wij beginnen aan een meivakantie, dat doen duizenden anderen met ons. Ook zij gaan niet op Koninginnedag maar een dag eerder om de drukke treinen te ontlopen.
We sluiten dus in de rij aan om in te checken. Op zo´n korte vlucht duren de voorbereidende zaken langer dan de vlucht zelf.
1 uur en 10 minuten na het opstijgen landt de Airbus van Air Lingus na een mooi gezicht op Dublin op het Ierse vliegveld. Tijdens de vlucht moet Peter het zonder muziek stellen, de CD-speler mag niet aan omdat dit de navigatie zou storen (?). Dat hadden we nog niet eerder gehoord en meegemaakt.
Nu eerst de auto halen, bij de balie van Hertz worden we na een plek buiten het gebouw gestuurd. Dat Ierse Engels is wel even wennen! Gelukkig zien we op het parkeerterrein en cabin met het opschrift Hertz. Na wat gesjor met de koffers blijken we daar pas over twee weken te moeten zijn als we de auto terug brengen. We moeten met een shuttlebus mee. Dus weer terug naar het luchthavengebouw waar inderdaad een busje staat dat ons naar een plek 10 min verderop vervoert en daar staat de auto klaar: een Seat Ibiza.
Een rap karretje, uiteraard met rechts stuur en een heleboel electronische snufjes.
We kunnen het wagentje meteen uitproberen en sturen de snelweg richting Dublin op. Op een plattegrond hebben we thuis de route uitgestippeld naar ons eerste adres. In de praktijk blijkt dit goed te gaan totdat we in het centrum een omleiding krijgen en de weg op de plattegrond kwijt raken. Nu kunnen we kennis maken met het feit dat er zeker in Dublin weinig tot geen richtingsborden staan behalve naar de 'grote' bestemmingen en de straatnaambordjes ontbreken of staan steeds op een ander plek of zijn pas te lezen als het te laat is.
We hebben ook nog de pech dat we in de rush hour terecht komen waarin iedereen naar de buitenwijken moet net als wij. Toen we de ringweg rond Dublin bereiken kunnen we ons weer oriënteren en is het een makkie om naar onze bestemming te rijden. Ondanks dat we amper om hebben gereden duurt de rit van het vliegveld dwars door het centrum naar onze bestemming (zo'n 25 km) 2 1/2 uur!
Nadat we een warm onthaal kregen gaan we een kleine wandeling maken naar het nabije winkelcentrumpje om wat brood voor onze avondmaaltijd te kopen. We wisten dat Ierland duur was - maar zó duur! 1 appel: 50 cent, 1 pruim - 50 cent, ga zo maar door, de prijzen in de winkel liggen zo'n 50 tot 100 % boven de prijzen thuis.
onze auto
de B&B's
Dublin
Nagenietend van het eerste Ierse ontbijt en voorzien van een goede beschrijving door onze gastvrouw lopen we naar de bushalte. Dat reizen met de bus gaat goed en gauw zijn we in het centrum. Toegerust met de Capitol gids gaan we op pad naar Temple Bar. We wisten toen nog niet dat de Ieren pas laat op gang komen en zijn teleurgesteld van de wijk - het is er doods en ongezellig.
De wandeling gaat over de Dame Street naar Dublin Castle, de Christ Church Cathedral en terug door Temple Bar naar het Trinity College; verder door Grafton Street en het leuke St.Stephen's Green langs het National Museum, dan terug naar het Trinity College.
We hebben met kennissen daar afgesproken en gezamenlijk gaan we wat drinken in een leuke fin-de-siècle pub in Dawson Street.
In de namiddag bezoeken we Powerscourt Townhouse, een overdekt binnenplaats met allemaal kleine winkeltjes en struinen we nog een keer door Temple Bar waar het nu gezellig druk begint te worden.
In een eethuisje proeven we wat Ierse gerechten en een Guinness. Verder verkennen we aan de overkant van de O'Connell Bridge (deze is breder dan lang) de O'Connell Street met het General Post Office dat nog de inrichting van de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw heeft (een monument van de Ierse onafhankelijkheidsstrijd). Dan gaat het verder naar de drukke Henry Street en de markt op de Moore Street. Daar komen weg nog een bandje tegen dat er voor sfeer zorgt.
Tenslotte zitten we de bedrijvigheid te bekijken vanaf een bankje op het voetgangerspad langs de Liffey nabij de bekende Ha'penny Bridge.
Dublin stelt ons als stad, dus architectonisch teleur. We zijn het erover eens dat we de stad lelijk vinden. De bewoners echter maken veel goed.
Een korte wandeling naar Fleet Street en bus 150 brengt ons terug naar het B&B adres waar onze auto staat.
Een korte rit eindigt bij ons volgend adres in Blessington.
St. Stephen's Green
Trinity College
Ha'penny Bridge
Wicklow Mountains, Powerscourt Estate
Kort nadat de weg gaat stijgen wordt het landschap kaler: de Wicklow Mountains. Er is weinig verkeer op een aantal kruisende schapen na. Het weer is wat bewolkt toch laat zich de zon af en toe zien. Het is tevens onze eerste kennismaking met onvervalst Ierse wegen: hobbelig, vaak zeer smal, veel bochten en af en toe reusachtige gaten aan de zijkant van het wegdek - zonder tegenliggers zijn die goed te ontwijken. Het links rijden is met een rechts stuur prima te doen en ook de afwijkende Amerikaans aandoende verkeersborden zijn geen probleem.
We komen de heuvels weer uit en stoppen in Enniskerry voor een bezoek aan Powerscourt Estate. Het huis is na een brand gerestaureerd en er zijn winkels en een restaurant te vinden. Maar daar komen we niet voor - het gaat om de tuin. Nou tuin - het is een groot park met oude bomen, bloeiende struiken, waterpartijen, een dierenkerkhof, een kruidentuin, een kwekerij en een uitzichtstoren. Heerlijk om in de zon te wandelen en te genieten van al dit natuurlijk schoon.
We gaan verder en gebruiken onze wegenkaart om via secundaire wegen weer door de uitlopers van de Wicklow Mountains te rijden. Het verkeer komt ons nu voortdurend tegemoet, veel mensen die Dublin voor een lang weekend verlaten, in Ierland is het komende maandag feestdag: Bank Holiday.
We weten niet of we dan ook boodschappen kunnen doen en besluiten nog even de buitenwijk van Dublin in te rijden op zoek naar een winkel. Dat valt tegen maar we weten toch nog een kleine supermarkt te vinden.
Terug de bergen in, wij rijden nu dwars door de heuvels en kruisen bij Sally Gap onze eerdere route. De heuveltoppen zijn kaal, er is veel water en af en toe een waterval.
Net uit de bergen is een afslag naar Glendalough. Dit is een vervallen klooster met een goed bewaarde round tower die niet alleen als uitkijkpost dienst deed maar ook de mogelijkheid had om schatten en mensen de bergen als invallers (zoals de Vikingen) het klooster kwamen plunderen.
We willen in Kilkenny overnachten maar daar bleek vanwege een bruiloft geen bed en breakfast te krijgen. We verleggen onze route en gaan door het liefelijke Avoca Valley richting Wexford. Zoals gewoonlijk verkiezen we secundaire wegen boven de hoofwegen. Hier is weinig verkeer en kun je met 40 miles/uur, zo'n 60 km/h gemoedelijk rijden. Ondanks de goede wegenkaart die we in Dublin hebben gekocht raken we de weg kwijt maar komen via wat omzwervingen in Enniscorthy aan. Al het zitten in de auto beu gaan we nog voor een avondwandeling. Vanwege de kleine en niet zo schone kamer valt dit onderkomen tegen, al zijn de mensen heel vriendelijk.
Powerscourt Estate
Glendalough
Kilkenny, Cashel Rock
Voorzien van een uitgebreide wegbeschrijving gaan we op pad naar Kilkenny. Op deze zondagochtend is het zeer rustig. Bij de kerken staan wel veel auto's, de Ieren zijn katholiek en we hebben gelezen dat 90% ervan naar de kerk gaat.
Het stadje is leuk met een grote hoofdstraat die verderop splitst. Langs de weg veel huizen met winkeltjes en kleurige puien. Deze High Street heeft een parallele weg, de St.Kieran's Street , tussen beide wegen zijn smalle gangetjes die hier slips worden genoemd. Er staat zelfs al een vroege muzikant met zijn pet omgekeerd op de grond.
Tot onze verbazing komen we langs een grote supermarkt die gewoon open is. Nadat we onze voorraad wat aangevuld hebben verlaten we dit aardige plaatsje en komen natuurlijk vanwege ontbrekende borden op de verkeerde weg. Gelukkig is dit een van de weinige stadjes met een rondweg, zodat we al gauw verdergaan richting Rock of Cashel.
Onderweg komen we zelfs een heuse picknickplaats tegen, deze zijn tot nu toe dun gezaaid en we nemen de kans te baat.
Verderop torent opeens de Rock of Cashel boven ons uit met zijn burcht en kerkgebouwen. Het zijn de resten van een ommuurde kathedraal, kapel en burcht, gebouwd in verschillende perioden. Het omliggende kerkhof maakt het geheel stemmig af. Er zijn in de gebouwen enkele leuke details te zien.
We besluiten om op ons gemak door het Ierse landschap naar ons volgende adres te rijden. En gaande richting Tipperary kunnen we het niet laten: "It's a long long...". Over muziek trouwens, thuis had ik voor een converter gezorgd om de mp3-speler op de cassette van de autoradio af te kunnen spelen. Nu blijkt die auto een CD-speler in de radio te hebben die geen mp3's afspeelt - dubbel pech. Dus we moesten het maar met de Ierse radio doen, er zijn vier nationale zenders: een met praatprogramma's, een met flauwe spelletjes en af en toe een plaatje, een klassieke zender maar de naam (RTElyric) verklapt al dat er veel gesproken wordt, een zender in het Gaelic. De regionale en af en toe lokale radio was niet zo veel beter.
Kilkenny
Rock of Cashel
Ring of Kerry, Moll's Gap
Vandaag eerst een snelle rit naar Killarney en dan de beroemde Ring of Kerry. Dit is een route over het schiereiland met heerlijke uitzichten.
Het weer is prachtig, wolkenluchten die door de straffe wind maar blijven veranderen. Wat een schitterend licht! Waar de R565 in Ballinskelligs ophoudt blijven we doorrijden, de Bolus Mountain omhoog tot bijna aan de Bolus Head. Nabij een huis stoppen we voor de picknick met om ons heen het gezelschap van honderden schapen. De blik op zee is geweldig.
We hebben Kenmare als overnachtingsplaats gekozen maar omdat er nog veel tijd over is gaan we over een kleine pas (Moll's Gap) naar Killarney rijden. De weg door het dal omlaag biedt schitterende uitzichten over de meertjes. Het is weer zo'n typische Ierse weg, slecht wegdek, gaten, smal en bochtig en vandaag vanwege Bank Holiday redelijk druk. Een van de mooi utizichtspunten is Lady's View.
Volgens de wegenkaart kunnen we via de Gap of Dunloe weer uitkomen bij Moll's Gap. Aangekomen bij Kate Kearney's Cottage mochten we weer keren want de weg is een karrenspoor dat aan wandelaars en mountainbikers is voorbehouden. Zodoende komen wij op de rondweg bij Killarney in de file terecht, maken rechtsomkeerd en door het dorp gaan we over de pas terug naar Kenmare.
We hebben die dag veel in de auto gezeten en daarom maken we 's avonds een wandeling naar het centrum van het dorp. Daar vinden we een echte fish and chips toko, we laten inpakken en op een bankje in het park gaan we smullen.
Lady's View
Dingle, Lower Shannon
De route voor vandaag leidt ons weer naar Killarney. Omdat we niet weer over Moll's Gap willen rijden nemen we de 'snelle' route over de N-weg.
Het weer is vanochtend nogal bewolkt maar de zon laat zich af en toe zien en het waait hard. We passeren het havenstadje Dingle en gaan richting Slea Head. Het uitzicht is weer spectaculair, de door de wind opgezweepte golven breken op de kust van de eilanden. We ronden Slea Head en komen nu uit de windschaduw van Mount Eagle. De storm heeft vrij spel als we nabij Clogher Head stoppen. Dit is vlak bij het meest westelijke punt van het vasteland van Ierland. Hier wordt de kracht van het samenspel van wind en zee pas goed duidelijk. Het is een machtig gezicht hoe de golven tegen de klippen omhoog spatten en daarbij hoogtes van 30 tot 50 m bereiken. Het nat wat over de rand van de klip spuit wordt onmiddellijk verwaaid. Ondanks dat we ons een heel eind van de zee vandaan staande proberen te houden is de bril, de lens van de camera en de vooruit van de auto gauw wit gespikkeld van het opgedroogde zout.
Elke mogelijkheid om te stoppen en het natuurgeweld weer vanuit een ander perspectief te zien wordt waargenomen. Ten slotte zoeken we een wat beschutte plek op om te picknicken wat we vanwege de wind vandaag in de auto doen.
Als we verderrijden worden we opgeschrikt door een luide piep, de benzinevoorraad is bijna op en het karretje begint van de dorst te piepen. In Dingle wordt getankt al is de prijs in dit uithoek een stuk hoger maar voor onze begrippen nog steeds laag: 97 eurocent, in Dublin was het 91. De route leidt ons over de Conner pas maar het uitzicht valt vanwege de bewolking tegen.
De rest van de middag rijden we door via Tralee naar Tarbert waar we de brede Shannon rivier zien. Nog een stukje verder bereiken we ons B&B adres in Adare. Nadat we hartelijk zijn ontvangen gaan we op pad naar het dorpje dat als een van de leukste dorpjes in Ierland wordt geafficheerd. Het is een aardig dorpje dat wat Engels aandoet en we maken een uitgebreide wandeling omdat we ook vandaag nog maar weinig beweging hebben gehad.
op Dingle
bij Slea Head
Content on this page requires a newer version of Adobe Flash Player.
Adare
Cliffs of Moher, The Burren
Volgens de reisgids is in Limerick alleen The Castle interessant maar het kan ons toch niet bekoren. Via een secundaire weg vermijden we de snelweg naar Shannon Airport maar moeten uiteindelijk toch deze weg op - maar dat kan daar uitsluitend richting Limerick. Dus eerst terugrijden tot de volgende afslag en dan weer richting Shannon.
Langs de snelweg ligt Bunratty, een kasteel dat nu deel uitmaakt van een openluchtmuseum vergelijkbaar met wat we kennen in Arnhem. Het is niet zo groot maar laat het leven zien zoals het rond 1900 in een Iers dorp er uit zag: winkeltjes, de school, een pub, postkantoor, huis van de dokter, woonhuis van de ijsfabrikant, herenboer, boerderij (zeer armoedig). In de winkeltjes was er bedrijvigheid, daar werden ook nu weer spullen verkocht. Helaas was er geen les op school.
De burcht is ook aardig, verschillende vertrekken die men met de authentieke meubelen heeft gestoffeerd.
Het weer is ons weer gunstig gezind, terwijl we vanaf de burchttoren uitkijken regent het, later schijnt tijdens de wandeling in het dorp de zon.
Onderweg zien we kans om bij een picknickplaats te lunchen voordat we naar de Cliffs of Moher gaan. De storm is weliswaar minder dan gisteren maar het pad leidt langs de rand van de klip, het wandelen gaat soms moeizaam en op de terugweg moet je uitkijken om niet te worden weggeblazen.
Verderop langs de kust maken we kennis met The Burren, een bergachtig gebied van zandsteen dat volledig aan de oppervlakte ligt, een geologisch interessante omgeving waar veel prehistorische monumenten staan: hunnebedden en dolmens. We doorkruisen het gebied van Ballyvaghan naar Lisdoonvarna en via Kilfenora en het hunnebed van Poulabron terug naar Ballyvaghan.
Daar blijven we overnachten en kletsen uitvoerig met de eigenaresse, een Duitse die al 20 jaar in Ierland woont. Later op de avond maken we het ons gezellig in de lounge waar de open haard brandt.
de pub in Bunratty
de Cliffs of Moher
Connemara
Na een stukje drukte op de N18 rijden we door het centrum van Galway. Volgens de gids een aardige universiteitsstad, toch kan ons ook deze stad niet echt vasthouden, misschien ligt het aan het vroege tijdsstip en ook aan het feit dat de Connemara op ons wacht.
We kiezen de kustroute met uitzicht op de Arran Islands om bij een splitsing een lokale weg naar Oughterard op te draaien. Al gauw komen we in de typische verlatenheid van het gebied terecht. Op enkele plekken zijn er bossen aangeplant maar je ziet zo dat ze er niet thuis horen. Verder komen we voornamelijk schapen tegen en af en toe een enkele automobilist. De bewolking begint samen te klonteren en de eerste buien vallen. Deze buien met veel wind zullen ons de hele dag vergezellen, maar we vinden ze uitstekend bij het desolate landschap horen.
Na een stukje op de N59 kiezen we weer voor regionale en lokale wegen dwars door het gebied tot aan Clifden. Dit is de enige grotere plaats in het gebied en maakt zeker ook door het weer een onaantrekkelijke indruk. We komen de auto maar niet uit en gaan verder richting Joyce's Country, het gebied in de Connemara dat naar de dichter is genoemd. Onderweg maken we de enige agressieve automobilist tijdens ons verblijf mee: de chauffeur van een kleine vrachtwagen voor wie een schaap niet snel genoeg oversteekt en daarom bijna wordt aangereden.
Voorbij Leenaun is er een mooi zicht op Killary Harbour dat veel lijkt op een Noorse fjord. We gaan nogmaals de verlatenheid opzoeken via de Doo Lough Pass. In Westport rijden we wat door de stad op zoek naar een supermarkt maar het enige wat we vinden zijn kleine buurtwinkels. We besluiten door te rijden naar Castlebar, de hoofdplaats van de county Mayo en daar vinden we snel een grote Lidl. De winkels van Aldi maar vooral van Lidl zijn in alle grotere plaatsen te vinden met vaak een heel herkenbaar aanbod aangevuld met plaatselijke producten zoals chips met azijn of Cheddar kaas en een grote hoeveelheid cereals, maar het fijnste is de prijs die duidelijk lager ligt dan in andere winkels. De Ieren zelf zijn er ook blij mee want die concurrentie houdt de prijzen wat in het gareel.
Een klein ommetje langs de Beltra Lough brengt ons naar Newport waar we een leuke kamer in een B&B huis met uitzicht op een kanaal hebben.
Voorzien van twee grote paraplu's van het huis maken we een wandeling naar het dorp. Er is zelfs een sportwinkel waar we informeren naar een voetbalshirt van een Ierse ploeg niet zijnde de nationale voor onze Tim. De verkoper (typisch mannetje met een reusachtige jampotglazen bril) weet amper waar we het over hebben, dus geen shirt. Dat is niet zo gek in een natie die vooral van Rugby en paardenrennen houdt.
Mayo, Achill Island, Sligo
De zon is weer terug! Het is lekker om een rondje op het Achill Island te rijden en van de prachtige vergezichten te genieten.
De sfeer is rustig en sereen, dieren en mensen hebben alle tijd, onthaasten is hier niet nodig.
We komen weer op de N59 die hier de naam N niet verdient, de weg is vaak minder dan lokale paden. De county Mayo is zeer landelijk, uitgestrekt, wijds en verlaten.
Langs de Carrowmore Lake gaan weer richting noordkust. De weg strijgt langzaam en opeens is er het parkeerterrein van de Ceide Fields. Dit is een gebied van ca. 10 km² waar in de prehistorie mensen woonden.
Nu is er pas op kilometers afstand een dorpje te vinden. We bekijken het bezoekerscentrum waar in het midden de resten van een steenoude boom staan en besluiten niet op de Fields te gaan kijken, we verwachten er te weinig van. We rijden een stukje door en nemen een landweg naar Downpatrick Head om er te lunchen.
Via Ballina en zo veel mogelijk de scenic route langs dem kust volgend komen we naar Sligo.
Wij zijn nog vroeg maar gaan alvast naar ons overnachtingsadres. Daar is echter niemand.
Dus rijden we het rondje rond de Lough Gill dat we voor later op de avond gepland hebben. De weg leidt ook langs Parkes Castle , een zomerverblijf van de dichter Yeats die in Sligo is geboren. De hele streek is vol van verwijzingen naar deze beroemde Ier.
Terug op de B&B blijkt dit een enorm groot huis te zijn dat door een bejaarde vrouw wordt bewoond. Terwijl we in de serre genieten van de avondzon gaat een alarm af en even later kringelt rook uit de vloer omhoog. We roepen "weg wezen" maar de vrouw des huizes zegt dat er iets is aangebrand - geen brand. We krijgen wel een andere kamer omdat er rook hangt in onze kamer en het raam niet open kan.
Het huis en de tuin erom heen is een enorme bergplaats, blijkbaar iemand die niets weggooit. 's Ochtends bij het ontbijt zien we dat er servicen worden gespaard, alleen in de eetkamer staan er tientallen en alleen dure.
Achill Island
Downpatrick Head
Parkes Castle
Enniskillen, Donegal
Langs de zuidkant van de Lough Gill komen we in de county Leitrim en de Cuilcagh Mountains (county Cavan), we rijden op de N87 en plotseling wordt de weg beter en zien we weer de vertrouwde verkeersborden - we zijn in Noord-Ierland. Ons bezoek aan Florence Court gaat niet door, het park gaat pas 's middags open. Dus we gaan door naar Enniskillen. Een aardige plaats met veel winkeltjes en lagere prijzen dan in de republiek Ierland (behalve de benzine). Langs de zuidkant van de Lower Lough Erne, een vogelrijk, lang gerekt meer, stoppen we in de Castle Caldwell Forest. Helaas laten zich weinig vogels zien die hier veeltallig moeten zijn maar we doen een leuke wandeling in de buurt van de ruïne van het kasteel. Verderop gaan we over een brug naar Boa Island waar op de kerkhof van Caldragh een statue met twee zijden staat: een mannelijk en aan de andere kant een vrouwelijk figuur: Op die Keltische figuren zijn er munten neergelegd, we weten niet waarom.
Aan de rand van een dorpje gaan we picknicken, blijkt dit nog in Noord-Ierland te zijn, het dorpje in de republiek.
Via de plaats Donegal komen we in Killybegs, het centrum van de visserij met een bedrijvige haven en overal de lucht van vis.
Bij een stop verderop zijn we getuige hoe schapen door een hond bij elkaar worden gedreven en gehouden - leuk!
Na Carrick gaat het over een lokale weg die steeds smaller wordt de klippen op, het wordt bochtiger, steiler en smaller - we hebben geluk dat we geen tegenliggers hebben. Aan het einde van de weg is een redelijk drukke parkeerplaats en het prachtige uitzicht over de Slieve League , de hoogste klippen in Europa. Op de toeristen en een bootje op zee na zijn er hier alleen nog vogels en schapen en heerst de wind en een zalige rust. Een geweldige plek, vooral nu de zon zo heerlijk schijnt.
We rijden nog een stuk door via Ardara naar Glenties en nemen intrek op ons overnachtingsadres.
We besluiten die mooie avond nog een stuk te rijden in de Blue Stack Mountains. Ongewild komen we uit in het bedrijvige Ballybofey van waar uit we weer een stuk terug mogen rijden, de gezochte afslag is niet aangegeven maar blijkt toch de goede te zijn. De R253 is even verlaten en ruw als het omliggende landschap.
Onze overnachtingsplek is een mindere keuze, het is een gebouw dat bewust voor B&B is gebouwd en bijna hotelmatig wordt uitgebaat. Het ligt langs de hoofdweg en dat merken we 's nachts als op die zaterdag de pubs/disco's sluiten en de jeugd langdurig en luidruchtig blijft hangen.
Enniskillen
Boa Island
Slieve League
Blue Stack Mountains
Donegal, Londonderry
Helaas kondigt deze zondag zich als een mistige dag aan. Via Dungloe gaan we richting Derryveagh Mountains, vooral om de opmerkelijke Errigal Mountain te zien. Helaas verstopt zich het landschap achter de mist. Enkele kilometers voorbij Letterkenny, de grootste plaats in de regio ligt op een heuvel een stenen fort uit de Keltische tijd. Dit Grianan of Aileach genoemde bouwerk heeft een diameter van 25 m en 4 m dikke muren! Het fort is in de 19e eeuw herbouwd. Als je door de poort in de binnenplaats komt wordt het opeens heel stil, de wind en de leeuwerikken buiten zijn niet meer te horen - een rare plek.
We gaan op pad naar het schiereiland Inishowen om naar Malin Head, het noordelijkste punt van Ierland te gaan maar voorbij Buncrana wordt de mist steeds dikker zodat we dit voornemen opgeven.
We besluiten om meteen door te rijden naar Noord-Ierland en zetten de auto in Londonderry neer om de stad te verkennen.
Het centrum is omgeven van een hoge vestingsmuur. We lopen door binnenhofjes vol kleine winkels die echter vanwege zondag gesloten zijn. Op de vestingsmuur heb je uitzicht op de westelijke kant van de stad - de beruchte katholieke wijk Bogside. Het is een wijk die laat denken aan woonwijken in Engelse industriesteden (Coronation Street). De schilderingen op de blinde muren laten zien dat the 'troubles' nog steeds aanwezig zijn. Eerder al hebben we een gepantserd politievoertuig zien patrouilleren met de opschift crime stoppers. Even verder: hoge hekken, prikkeldraad, camera's, schijnwerpers en uitzichttorens bemand door bewapende mannen: het politiebureau. Weer een stuk verder een woonwijk omgeven door hoge hekken - zo lijkt alles wel een gevangenis en wordt sightseeing heel dubbel. De stoepranden zijn van een oranje dan wel groene kleur voorzien zodat je weet of in een katholieke of protestantse wijk bent.
De sfeer in de stad is echter niet grimmig, eerder hadden we aan het centrale plein gegeten in een restaurant dat het midden houdt tussen een pub en McDonalds maar vooral zeer redelijke prijzen heeft, in en buiten het restaurant gaat het ontspannen aan toe.
We houden nog een filmstop aan de andere kant van de oever van de river Foyle voordat we doorrijden naar ons B&B-adres enkele mijlen verder.
Dit blijkt een grote boerderij te zijn met een Georgiaans huis met hoge kamers en een prachtige tuin. De eigenares/boerin is een vriendelijke dame.
Inishowen
Londonderry
Giant's Causeway, Belfast
Helaas belooft een blik naar buiten niet zo veel goeds, het is weer grijs en mistig. Het ontbijt maakt echter veel goed - een geweldig omvangrijk Ulster Breakfast waaronder potato farls en verse aardbeien als toetje! Een geweldig adres.
Via Colerane komen we bij de kustplaatsen Portstewart en Portrush waar de voorbereidingen voor de bekende motorraces in volle gang zijn. Natuurlijk zijn er ook al veel motorliefhebbers die de bochtige wegen wel kunnen waarderen.
Hoogtepunt voor vandaag is de Giant's Causeway, een natuurverschijnsel van duizenden zeskanten basaltblokken die in verschillende formaties zijn te bewonderen. De mist is hier niet storend maar geeft een extra dimensie. In het winkeltje van de National Trust vindt Truus een leuk tasje/rugzak - een souvenir.
Wij volgen de kustweg naar Ballycastle en blijven maar in de mist. Opeens komt beweging in de mist, het wordt helderder, mistflaarden worden door de wind over de weg geblazen en onderweg naar Torr Head komt de zon te voorschijn. Een korte klim brengt ons naar een verlaten gebouw, een ex luisterpost van de RAF op de top van dit rotspunt. Het uitzicht naar de 24 km verderop gelegen Mull of Kintyre (Schotland), van het liedje van Paul McCartney, gaat niet door - ja de mist. Cushendun is een leuk badplaatsje in een baai van de rotsige kust en we gaan op een picknickplek in de zon lunchen (alleen waait het er hard). Er vergelijkbaar plaatsje is Cushendall.
Blij over het zonnige weer rijden we de kustweg verder naar Belfast om te kijken waar we de volgende dag moeten zijn. Na afloop van deze verkenning besluiten we Belfast morgen over te slaan en gaan terug naar Larne voor ons B&B adres.
We benutten de zonnige avond om terug te gaan naar de kustweg en doen in Ballygalley een picknick in de zon langs de zee. Er zijn vogels te zien, bij de haven van Larne binnenkomende veerboten, een vuurtoren en resten van een kerk op The Maidens (ook Mullin Rocks genaamd) voor de kust. Via binnenwegen door de heuvels gaan we terug naar Larne.
We proberen nog een afspraak te maken met kennissen in Belfast maar dit mislukt.
Giant's Causeway
Torr Head
Mount Stewart, Monasterboice
De weergoden zijn ons nog steeds niet gunstig gestemd, het blijft grijs maar minder mistig. Via de snelweg passeren we de drukte van Belfast en gaan via Newtownards naar Mount Stewart. Dit is vergelijkbaar met wat we op de tweede dag in Powerscourt hebben gezien. De tuin is echter groter en veelzijdiger. Een wandeling brengt ons via de verdiepte tuin naar de Shamrock Garden met Ierse symbolen, er is een Italiaanse en een Spaanse tuin, een vredestuin, een Dodotuin, de Mairituin. De meeste 'formele' tuinen liggen aan de voorkant van het huis, de achterkant is meer een reusachtig park rondom een waterpartij, op een heuvel het niet toegankelijke gebouw Tir N'an Og, een familiebegraafplaats, een andere heuvel heet Rhododendron Hill, er is een Ladies' Walk en een Rock Walk. Al deze delen hebben een eigen inrichting en flora. We hebben hier veel tijd verbracht en gaan door naar Portaferry waar we (tja met de ferry) oversteken naar Strangford.
Via Downpatrick en Newcastle gaan we naar Kilkeel waar de weg door de Mourne Mountains begint. Ook hier is het weer wat mistig, vooral hogerop.
In Newry rijden we ons helemaal vast in het verkeer. De kleine steden hier zijn allemaal verkeersknooppunten en hebben een stedenplan uit de 18e eeuw - als je dan het verkeer uit de 21e eeuw erop los laat... Er zijn niet veel plaatsen waar je via een ringweg of iets dergelijks het centrum kunt mijden. Verder wordt hier nauwelijk gefietst (wel op racefietsen voor de sport), dus voor alles stapt men in de auto. De scholen liggen vaak buiten de dorpen en stadjes met grote oprijlanen zodat de kinderen veilig met de auto afgezet kunnen worden.
We kiezen een stuk snelweg om terug te gaan naar de republiek en komen via Dundalk en Ardee in Monasterboice. Op het kerkhof zijn de resten van een klooster, compleet met een roundtower, maar vooral twee schitterende kruisen uit de 9e eeuw. Het grotere van de twee is zo'n 6 m hoog. Interessant is het om nog verder rond te lopen en te zien dat er op de grafstenen de meest prominente plaats niet voor de begravenen is ingeruimd maar voor degene die het grafmonument heeft laten plaatsen!
Op de wegenkaart puzzelen we een route over secundaire wegen uit maar doen weer ergens iets fout, zodat we enige tijd over het platteland dwalen voordat we ons weer kunnen oriënteren. Onze volgende overnachting is in Navan.
Mount Stewart
Tir N'an Og
Monasterboyce
Newgrange, Trim, Dublin
Een korte rit brengt ons naar het bezoekerscentrum van Newgrange/Brú na Bóinne. Dit is een van de grote bezienswaardigheden in Ierland en zomers zijn hier lange wachtrijen. We zijn er vroeg bij en krijgen een sticker om met een bus zo'n half uur later weggebracht te worden. De tentoonstelling over het leven in de dal van de Boyne in prehistorische tijden is leuk opgezet.
We lopen over een tweetal bruggen en komen bij de bus, onze groep bestaat uit 8 man! Aangekomen wacht een gids op ons die voor de ingang over de geschiedenis van dit opmerkelijke 'gebouw' vertelt. Er is en 20 m lange smalle gang en in het midden onder de grote heuvel een kamer van 6 m hoog met 3 zijkamers waar op grote stenen de as van overledenen werd geplaatst. Ook in de binnenste kamer zijn versieringen aangebracht zoals om de grote steen voor de ingang - de betekenis ervan is onbekend. Het is opmerkelijk dat via een apart 'raam' de opgaande zon op dagen rond de winterzonnewende precies in de middelste kamer schijnt. Om dit te mogen zijn kun je meedoen aan een lotensysteem. Om toch een indruk te krijgen wordt het licht uitgedaan en neemt een lamp de rol van de zon over. We blijven enige tijd in de nauwe ruimte die wel opmerkelijk droog is. Met z'n negenen is dit geen probleem, de groep na ons telt echter al zo'n 20 personen! In de nabij omgeving liggen nog meer grafheuvels e.d., de Boyne is ook in latere tijden een geschiedenisrijke rivier.
We rijden door naar Trim, een aardige stadje met een grote burcht. Op aanraden van een plaatsbewoner gaan we in Emmet's Pub eten, het is er inderdaad lekker. Om niet te vroeg in Dublin aan te komen maken we een ommetje door de Bog of Allen, een heidelandschap. De heide wordt echter op grote schaal met shovels afgegraven, we hadden al eerder gezien dat er turf wordt gestoken. Op deze manier blijven echter kilometers lange kale stukken over. Het is de enige keer dat we zien dat er in Ierland landschap wordt verkracht.
Op de wegen richting Dublin wordt het verkeer weer drukker, we hebben weer een route uitgestippeld die wonderbaarlijk goed gaat totdat we in Blanchardstown, een voorstad, de draad kwijt raken. Als we even later op de N3 belanden kunnen we de draad weer opnemen en rijden we geheel volgens planning door Dublin, Voordat we naar het B&B adres gaan rijden we nog een rondje op het schiereiland Howth, helaas beperkt de mist het uitzicht op de stad.
Het vinden van ons B&B adres was ook niet zo eenvoudig, 3 straten hebben aan de ene kant dezelfde straatnaam (Bettyglen) en aan de andere kant een andere, we beginnen natuurlijk bij de verkeerde. Het beloofde uitzicht op zee klopt deels, voor de 'echte' zee ligt nog een eiland met daarop 2 golfbanen. Wel zien we later in het donker de lichten van de vertrekkende ferries.
Newgrange
Trim
naar huis
Voorzien van ontbijt en een routebeschrijving doen we nog even een benzinepomp aan en volgen als gauw de bordjes Airport . Daar is het zoeken omdat Hertz de auto's op het parkeerterrein voor kortparkeerders terug verwacht en niet zoals alle andere verhuurbedrijven bij elkaar op een eigen terrein. Er wordt geconstateerd dat we onderweg een wieldop waren kwijtgeraakt (met dank aan de hobbelwegen) en er wordt een rekening van € 60,- opgemaakt. We laten onze trouwe en ondertussen behoorlijk vieze vierwieler achter en met de koffers op sleeptow checken we in. We slenteren door de winkels omdat er nog tijd genoeg is. Ze hebben daar een sportzaak en die heeft een voetbalshirt van een club uit Dublin en ook nog in de goede maat. Op een andere plek zijn er hangers met Ierse motieven, een daarvan bevalt Truus goed.
Na een voorspoedige vlucht en treinreis - thuis.