terug
titel
2009

shoestring

Syrië en Jordanië in 22 dagen, wij (Truus en Peter) hebben gekozen voor Shoestring omdat er ook een excursie naar Baalbek in Libanon wordt aangeboden.

 

truus

peter

naar Damascus

De bekende trein levert ons 25 april op Schiphol af voor de vlucht naar Londen. Na 4 uur wachten op Heathrow gaat het met BMI verder naar Damascus. Daar maken we kennis met Dieneke en John en wachten vergeefs op het laatste en 5e lid van onze groep. Ook de reisleider van een groep van 'Koning Aap' (zusje van Shoestring) kan ons niet verder helpen. We worden van een groepsvisum voorzien en op het parkeerterrein wacht een busje met de chauffeur Nidal om ons naar het New Petra Hotel in Damascus te brengen. Daar wordt aan de balie verteld dat Hanneke al eerder was aangekomen en reeds op de kamer veblijft. Omdat Dieneke op dezelfde kamer slaapt maken we in de deur kennis met een slaperige Hanneke. Voor ons allen is de vraag echter: waar is onze reisleider?

Damascus (dag 1)khouli

Hanneke had al de weg naar de agent gevonden en daar gaan we ook naar toe. Er blijkt het nodige mis: een reisleider hebben we pas vanaf overmorgen, de excursie naar Baalbek kan zeker niet worden uitgevoerd zoals door Shoestring beloofd (minstens $ 100 de man). Ook telefonisch contact met Shoestring verandert daar niets aan. We laten het voor wat het is en besluiten ons pas terug in Nederland kwaad te maken. Vlakbij ligt het vroegere Hejaz treinstation, een prachtig gebouw met mooie glas-in-lood-ramen. Vlakbij ligt de oude stad met een reusachtige autovrije soek, de hoofdweg (Al Hamidiyya) is overdekt en alle mogelijke koopwaar is in de kleine winkels te verkrijgen: kleren, goud, vlees, ijs, schoenen enz. In een winkel zien we een mooi tafelkleed en worden voor de thee gevraagd in de nabije winkel nr. 2 annex dakterras. Daar komen we in een levendig gesprek met ‘Ali Baba’, die ons ook uitnodigt om te blijven ‘lunchen’. We gaan voor de boodschappen met zijn neef Husam (eigenaar van de winkel) de soek in en even later helpen de dames met het koken. Bij het eten schuift dan ook nog winkelpersoneel aan, er zijn niet genoeg borden, geen nood, we delen de boel wel. Na nog meer thee, nog wat kleden die voor Hanneke op het terras worden gelegd vertrekken we zonder iets gekocht te hebben. Volgens onze gastheren geen probleem, we hebben een staaltje typische Syrische gastvrijheid meegemaakt. Het is al donker als we onze trip door de oude stad voortzetten en in een cafeetje nog wat napraten. Moe en voldaan lopen we terug naar het hotel.

station
oud treinstation
soukh
overdekte soukh
theeverkoper
theeverkoper
vanalles
oude stad

koepel
helpen
helpen met koken
romeins
Romeinse overblijfselen

Damascus (dag 2)

alpatraNa het ontbijt (vladenbrood en gewone ontbijtingrediënten met daarnaast yoghurt) in een drukke eetzaal vol aardige Iraanse pelgrims wordt Peter tot gids gebombardeerd en Truus als bank aangesteld, zij beheert de gemeenschappelijke pot.
We starten met het National Museum dat veel voorwerpen bevat verdeeld in drie afdelingen: preklassiek, klassiek en islamitisch. Buiten is een grote beeldentuin. Vlakbij is de Süleymanmoskee en een toeristische soek, we lopen door en komen in een typische volkswijk met kleine winkeltjes, we mogen een bakkerij bekijken en uiteindelijk belanden we weer in de oude stad. Ook de soek Medhat Pasha, tevens bekend als Bijbelse Straight Street is overdekt. We rusten uit in het stille binnenhof van het Deens Cultureel Centrum en dwalen dan door de Joodse en Christelijke wijk. De hele stad is een groot museum met historische gebouwen.
We worden niet alleen hierdoor overdonderd maar ok door de geluiden, geuren en activiteiten in de stad. Soms lijkt het een tijdreis in het verleden van 1001 nacht die dan ruw wordt doorbroken door de Arabische ringtone van een mobieltje of de claxon van een passerende automobilist.
In het achter een onschijnbare deur verborgene restaurant Al-Khawali doen we ons tegoed aan een uitbundige Syrische maaltijd. Daarna gaan we weer de soeks opzoeken die tot laat in de avond pulseren van het leven.

nationaal museum
ingang van het Nationaal Museum
beeld
in de beeldentuin
Süleymanmoskee
Süleymanmoskee
bakkerij
in de bakkerij
oude stad

Deens Cultureel Centrum
in het Deens Cultureel Centrum

Damascus (dag 3)

Vanochtend maken we kennis met Bashar, onze gids in Syrië. Een goedlachse man die gidst naast zijn werk in het National Museum. Hij weet niet alleen veel maar vertelt er ook met Oosterse welbespraaktheid over, doorspekt met grappen.
De stadwandeling start in het Historische Museum van Damascus, dat we vanwege de architectonische bijzonderheden bezoeken. We lopen door de soek Saroujah met voor ons uit de roep ‘vreemdelingen’ in het Arabisch. We gaan de Sayyida Ruqayya Moskee binnen, een bedevaartsplek voor de veelal Iraanse Shi’iten , de dames moeten een lange jurk met muts huren en mannen en vrouwen hebben een gescheiden gebedsruimte. Bij het bord “Putting on Special Clothes Room” herhaalt zich de verkleedpartij voordat we de Umayyad Moskee kunnen betreden. Een reusachtig gebouw met een wisselende geschiedenis: Romeins tempel, Christelijke kerk en Moskee.
Vooral het binnenhof is behalve reusachtig ook indrukwekkend. Als je de moskee verlaat sta je weer midden in de soek, zie je een ‘klompenmaker’ in actie, loer je een Hammam (badhuis) binnen, loop je door een pannenfabriekje of bewonder je het zoveelste paleis. Tijdens de wandeling wordt je voortdurend aangesproken met de vraag waar je vandaan komt en het antwoord wordt steevast gevolgd door “welcome”. Al beheerst men alleen dit ene woord Engels dan wordt het gebruikt. We kunnen ons ook niet aan de indruk onttrekken dat dit veelal van harte gemeend is. De mensen zijn heel open en nooit verlegen om een praatje.

Historisch Museum
Historisch Museum
boompje


Sayyida Ruqayya Moskee

Umayyad Moskee
Umayyad Moskee

Umayyad Moskee

Umayyad Moskee

Umayyad Moskee
hofje

klompenmaker

Damascus - Hama

We beklimmen na het ontbijt het comfortabele busje en Nidal houdt de eerste stop in Seidnayya. Hoog op een heuvel is een Grieks-Orthodox convent gebouwd. De reis gaat door naar Maalula, een dorp waar nog Aramees (de taal van Jezus) wordt gesproken. Na een bezoek aan de Convent van de Heilige Thekla voert een pad door een kloof naar de kerk van Sint Sergius.
Vanaf hier gaat het over de snelweg naar Homs. Daar wordt kort gestopt om de plaatselijke lekkernij te proeven. Bij de banketbakker is het echter een overdaad aan heerlijke baklava (notengebakjes gezoet met honing) die in kleine stukjes wordt verkocht. Eenieder laat dozen met gebakjes vullen en in de bus wordt meteen gesnoept. Het gaat verder over de snelweg tot we in Hama kunnen kijken naar de noria’s. Dit zijn grote watermolens, wielen tot 30 m in doorsnee en langs de Orontes zijn er nog heel wat te zien. Ze staan echter vanwege watergebrek stil, maar de stad sindert van het gerucht dat ze morgen zullen draaien, er is een festival en men hoopt dat de stuwdam wordt geopend.
Niet gepraat wordt echter over de slachting die Hafez al-Assad, de vader van de huidige president in 1982 heeft aangericht met duizenden slachtoffers. Politiek is hier een non-issue en voor de bevolking in de omgang met ons beslist gevaarlijk. We eten eenvoudig maar lekker op een terrasje van een restaurant type cafetaria. Die avond zijn in het hotel veel bezigheden, een filmploeg heeft vrijwel alle kamers op onze verdieping gehuurd en de gangen staan vol camera’s, schijnwerpers en mensen van de filmploeg. Op onze navraag wordt er een film over Irak gedraaid.

plafond
Seiddnaya
Seiddnaya
kloof
kloof in Maalula

Sint Sergius
Hama
Hama
waterwiel

Hama - Latakia

biljetEn ja hoor, de noria’s draaien. Dit is op zich niet zo spectaculair, maar het geluid wel. Ze kreunen, steunen, soms ritmisch en de plaatselijke mensen vergelijken dit met het geluid van kamelen.
We gaan weer terug over de snelweg om bij Homs af te slaan naar de Qala’at-al-Hosn of Krak de Chevaliers. Een enorme vrijwel geheel behouden burcht gebouwd door de kruisvaarders en later door de Mamlukken ingenomen. Over brede muren, langs cisternen en torens, in lange gangen met daarnaast stallen en ondergrondse schaars verlichte ruimtes verkennen we het hele complex, daarna doen we ons in het nabije restaurant tegoed aan het voedsel (waaronder vis). Door de groene heuvels gaat het verder naar Safita. Daar wachten we even op de beheerder van de toren die resteert van het Castel Blanc, eveneens een kruisvaardersveste waarin nu een Orthodoxe kerk is gehuisvest. Vanaf het dak is het zicht op de plaats en de omringende bergen mooi.
Bij Tartus komen we weer op de snelweg die hier langs de kust naar Latakia voert. Dit is de poort van Syrië naar buiten, een belangrijke haven. Het is een moderne stad, de meest liberale in het land. De hoofddoeken zijn in het straatbeeld in de minderheid. Er zijn veel jongelui die over de brede straten met bloeiende bomen in de middenberm flaneren.
Ons hotel is een soort aparthotel met keukentje en balkon en we zitten samen op ons balkon te eten, thee te drinken en na te kletsen.

 

Content on this page requires a newer version of Adobe Flash Player.

Get Adobe Flash player


de waterwielen in Hama

Krak
Krak de Chevaliers
Krak
Krak
Qala’at-al-Hosn
Safita
Safita

Castel Blanc
Latakia
Latakia
Latakia

Latakia - Aleppo

Net buiten de stad liggen de restanten van een stad waarvan het begin zo’n 8000 jaar terug ligt: Ugarit. Het oudste alfabet is daar gevonden en nu in het National Museum in Damascus te bewonderen. De plek werd vandaag overspoeld door middelbare scholieren met een uitje, hun interesse ging duidelijk ergens anders naar uit dan stenen. Na de obligatoire theepauze en een fotostop bij de kust reed Nidal weer de heuvels in. Op een heuvel ligt een enorme burcht, wat kleiner dan de eerst bezochte Krak de Chevaliers maar heel vernuftig onneembaar aangelegd: Qala’at Salah Ad-Din, inderdaad de man in het westen bekend als Saladin. 5 m dikke muren en Een 30 m diepe gracht aan de kant waar de toegang lag, maken dat de burcht nooit is veroverd.
In de bergen rijden we gehuld in mistflarden hoog boven het dal van de Orontes. Plotseling stopt Nidal bij een hut waar twee vrouwen pizza bakken in open vuurplaatsen, in een van de haarden hangt een mand met kippenvlees. We doen ons er aan te goed. Na enige tijd wordt de rit opnieuw onderbroken: in een oude VW-bus is een koffiemachine geplaatst, er omheen staan plastic stoelen en klaar: het wegrestaurant. basharVanwege vrijdag zijn de mensen de stad uit gegaan en houden in de bosjes langs de snelweg hun picknick. In Aleppo blijkt ons hotel aan een straat te liggen waar het asfalt moet worden vernieuwd hetgeen echter niemand weerhoudt om er gewoon doorheen te rijden – wat een stofboel. Helaas zijn de winkels dicht, maar de omgeving van de imposante citadel is druk, jongeren zijn op de heuvel in de weer, anderen flaneren of zitten nargileh (waterpijp) te roken.
Wij genieten van een goede maaltijd bij Al-Attar, heerlijk buiten op het terras.
De avond wandelen we nog door de wijk Al-Jdeida, zien hoe de gasten voor en bruiloft in de Maronitische kathedral arriveren. We maken foto’s in het Baron Hotel, wat niet mag. Het is reen relict uit vervlogen tijden met illustere gasten zoals Agatha Christie, Charles Lindbergh, Lawrence of Arabia of Theodore Roosevelt, in de tijd dat hier de Oriëntexpres eindigde.

 

Ugarit


Qala’at Salah Ad-Din

Qala’at Salah Ad-Din
Qala’at Salah Ad-Din
Qala’at Salah Ad-Din
pizzabakker
pizzabakker

dal van de Orontes
wegrestaurant

Sint Simeon en Aleppo

Na een stukje rijden ligt in de heuvels het Simeonsklooster. Het zijn de resten van een prachtige basiliek met een restant van een zuil waarop die rare Simeon 40 jaar lang heeft geleefd. Het complex wordt vandaag overspoeld door veel schoolklassen die in de ruïnes gaan zingen en dansen. Ook willen er veel met die rare toeristen op de foto, en er is er niet één zonder mobieltje om foto’s te nemen.
De namiddag leidt Bashar ons rond in Aleppo, te beginnen in de citadel. Een groot complex dat een hele stad huisvestte, veel gebouwen zijn nog intact. We vergapen ons aan de moskee, het Ayyubidpaleis, de bastionen met hun uitzicht over de stad en vooral ook aan de vele details.
Via de soek, beroemd om haar zeep, brengen we een bezoek aan de grote moskee waar in een hoek een oelama uitlegt geeft hoe de koran moet worden gelezen. De soek herinnert ons aan Damascus, de stadspoort Bab al-Qinnesrin is raar met de rechte hoek in de doorgang. Vlakbij ligt het rustige hofje van de Shibani School, waar een mooi houten model van de oude stad staat. Eveneens vlakbij liggen in de Bismaristan Arghan rond het binnenhof cellen waar vroeger krankzinnigen werden opgesloten.
Na deze rondgang strijken we neer op het terras van het Sissi café in de wijk Al-Jdeida. We trekken door de kleine straatjes waar overal miniscule handwerksbedrijven zijn gevestigd: koperslagers, smeden, ijsfabrieken, bakkers enz. Iedereen vind het leuk als we interesse tonen.
Bashar had ons het restaurant Abu Nuwas aanbevolen, vernoemd naar een bekende schrijver die veel van drank hield. In het restaurant is echter geen alcohol te krijgen, wel lekker eten. We krijgen vooraf een rondleiding in de keuken en mogen in alle potten kijken.

Sint SimeonSint Simeon

Sint Simeon
klas

dansen
ingang citadel
ingang van de citadel van Aleppo
ramen
'ramen' in de koepel
Ayyubidpaleis
Ayyubidpaleis
oelama
oelama
Aleppo:
Aleppo

Aleppo
Aleppo

Aleppo
Aleppo
Aleppo

Aleppo

Aleppo

Aleppo - Deir-ez-Zor

Vandaag een drukke dag voor Nidal, zo’n 350 km rijden. De eerste stop is vlak bij de dam van het grote Al-Assad stuwmeer. Na de koffie verlaten we de doorgaande weg om de woestijn in te rijden. Na zo’n 30 km rijst opeens een enorme muur op. Deze omsluit de ruïnes van Rasafeh. Via de noordpoort betreden we het enorme complex, geheel omsloten door de muur, met echter maar nog enkele resten van gebouwen overeind. De zon brandt genadeloos als Bashar ons de resten van de centrale kerk, de khan, de cisternen en vooral van de kerk van Sint Sergius laat zien. hotelOndertussen heeft Nidal met behulp van de mensen in de nabije cafetaria een lunch voor ons neergezet. Het is jammer dat er zo veel lekkers ongenuttigd blijft.
Even later zit Nidal weer achter het stuur. De weg laat ons links de groene velden langs de Euphrat zien en rechts de geel-grauwe woestijn. Een aftakking brengt ons naar de resten van Halabiyya, beter bekend als Zenobia, de naam van de bekende heerseres in Palmyra. We struinen wat rond in de ruïnes en staan later vlak bij de Euphrat in gesprek met wat chauffeurs en reisleiders van andere bussen. Plotseling duikt een in Syrië wonende Duitse reisleidster op, een feministe van het eerste uur en er ontstaat een levendige, soms haast vijandige discussie.
Na het uitbundige lunch wacht vanavond een eenvoudige broodmaaltijd op ons nadat we het hotel in Deir-ez-Zor hebben betrokken.

Rasafeh
poort in Rasafeh

Sint Sergius
lunch
Nidal, bedankt!
Halabiyya
Halabiyya (Zenobia)
Halabiyya
chauffeurs

Doura Europos en Mari

De weg langs de Euphrat brengt ons zo’n 100 km verder naar Doura Europos. Een groot terrein pal aan de rivier waarvan de stadsmuren deels nog overeind staan. Verder is er nog veel werk te verrichten en vraagt het veel aan de verbeelding om een indruk te krijgen van deze stad uit de 3e eeuw A.D. De wandeling met Bashar, zijn uitleg en de schaarse bordjes kunnen wel e.e.a. verduidelijken. Indrukwekkend is behalve de ligging de grootte en leegte, er zijn ook weinig andere toeristen.
We rijden nog een stukje door tot 20 km voor de grens met Irak. Hier ligt Mari, al 5000 jaar oud en gebouwd door de Mesopotamiërs. Men heeft het Koninklijke paleis (300 m x 120 m met 300 kamers) deels gerestaureerd en onder een beschemend dak geplaatst. De overige restanten zijn niet zo bezienswaardig, een groot deel van de site is nog niet opgegraven.
Terug in Deir-ez-Zor lopen we over de hangbrug over de Euphrat, daarna nodigt ons Nidal uit voor een pizza aan een straattentje: lekker. We rusten even in het hotel uit en als we op de late middag weer buiten komen zijn we verrast: de lucht is rood en gelig, het lijkt wel mistig, het daglicht is flink gedempt, de straatlantarens branden en auto’s rijden met licht. Veel winkels zijn gesloten. Het waait stevig, de lucht is benauwd en soms vallen wat druppels. De lucht blijkt verzadigd te zijn met fijn zand, het ademen gaat wat moeilijker en we zijn blij als we in het door ons gezochte restaurant kunnen duiken.
Ons restaurant (Lailati) is een verbouwd bioscoop in art-decostijl. Na lekker te hebben getafeld ploegen we weer terug naar het hotel, het is weer wat lichter geworden.
Later vertelt Bashar dat we een natuurverschijnsel hebben meegemaakt dat adja’ar heet. Het zand was afkomstig uit de Libische (!) woestijn en is meegevoerd om in Syrië neer te komen. Een soort zandstorm op afstand.

Doura Europos
Doura Europos
Euphrat
gelegen aan de Euphrat
Doura Europos

Doura Europos
zandstorm
zandstorm

Deir-ez-Zor - Palmyra

hotelEen wat langere afstand (210 km), buiten ligt de woestijn die hier redelijk saai is, in het busje gaan zoals gewoonlijk de snoepzakken rond, wordt er wat gekletst of muziek geluisterd. Nadat de bagage in het hotel in Tadmor (zo heet Palmyra op z’n Arabisch) ligt, gaat het meteen door naar de site. Een reusachtig geheel met lange avenue's omzoomd door zuilen en aan de andere kant het monumentale gebouw de tempel van Bel. Hier start onze ronde. Na een uitgebreide verkenning brengt ons het busje naar de Valley of the Tombs, waar de eerste ondergrondse tombe met een sleutel van wel 20 cm lang wordt geopend, binnen is er plek voor tientallen overledenen, versierd met fresco’s. Na nog een tweede tombe te hebben gezien gaat het terug naar de site en lopen we nu door de grote boog de avenue in, we zien het theater, de agora, de grote bankethal. Het kost weinig moeite om zich voor te stellen hoe het in de oudheid heeft uitgezien. Een mooie stad die verbonden is met Zenobia, de eigenwillige heerseres. We gaan buiten lunchen, het eten is echter teleurstellend, blijkbaar zijn hier te veel toeristen. Voor de zonsondergang gaan we met de bus na de burcht Qala’at Ibn Maan. Het is echter bijzonder heiig en het uitzicht en de zonsondergang vallen wat tegen. Terug in Tadmor weet Nidal weer een leuke eetgelegenheid, het is er eenvoudig, de mensen zijn vriendelijk en het voedsel is goed. Aan de overkant drinken we nog thee in een winkeltje, er worden wat spullen bekeken en gekocht en uitgebreid gekletst met de eigenaar.

Palmyra

Palmyra
Palmyra

Palmyra
Palmyra

Palmyra
Palmyra

Palmyra

Palmyra - Damascus

Hanneke, Truus en Peter gaan vroeg uit de veren om de zon te zien opgaan tussen de ruïnes van Palmyra. Dit voornemen lukt en wordt beloond met een mooi zacht licht dat de stad beter laat uitkomen dan het harde licht overdag. We lopen nog langs de restanten van de kerk en de tempel van Baal Shamin voordat we aanschuiven bij het ontbijt.
De weg naar de hoofdstad (250 km) is minder saai, er zijn wat mooi heuvelruggen, er is thee in het Bagdad Café, lekker buiten in de zon en aan het einde van de rit het al bekende hotel in Damascus. Daarvoor echter rijden we de Jebel Qassioun op, de heuvel waar ook het paleis van de president ligt, er is een mooi uitzicht over de stad en tijd voor een groepsfoto. Tijd voor de afscheid van Bashar en Nidal, een geweldig stel! De wandeling brengt ons eerst naar de schoenmaker, Dieneke moet haar klompen ruilen en daarna weer naar de winkel van Husam, Truus en Peter willen nog steeds het tafelkleed kopen. Niet alleen dit gebeurt maar zoals we dachten belanden we weer op het dakterras voor thee en later heerlijk eten. John ziet met leedwezen aan dat een mooi schaakspel (kruisridders en troepen van Saladdin) verkocht wordt, het was het laatste en John had het graag meegenomen.

Palmyra

Palmyra

Palmyra
Bagdad Cafe
Bagdad Cafe
bord
Damascus
Damascus vanaf de Jebel Qassioun

Damascus - Amman

Er staat een ander busje met een andere chauffeur en reisleider klaar om ons eerst naar Bosra te brengen. De moderne stad staat te midden van de restanten van de hoofdstad van de Romeinse provincie Arabia. Aan weerskanten van de decumanus (hoofdweg) staan de poorten, we zien de resten van tal van gebouwen waaronder de kathedraal, het nymphaeum, de markt, de hammam en last but not least het Romeinse theater. De tijd heeft dit bouwwerk vrijwel niet aangetast en het overtreft de concurrenten die we nog zullen zien in Amman en Jerash.
Aan de grens neemt de reisleider afscheid en worden we aan de Jordaanse kant verwelkomt door een vertegenwoordiger van de plaatselijke agent. De bagage gaat uit de bus en door een scanner, er wordt een groepsvisum verstrekt en de chauffeur, een Arabische Michael Schumacher jakkert de snelweg door de bergen omlaag naar het lager gelegen Amman.
flyerAmman heeft zoals alle steden haar straten een naam gegeven, alleen niemand kent of gebruikt die. Oriëntatiepunten zijn de namen van de wijken en bekende gebouwen. Dat breekt de TomTom-loze chauffeur op, hij blijft vragen en rondrijden en we krijgen behalve wat sightseeing ook een grote knal onder de bus, een gebroken veer. Na het inchecken in het hotel gaan we downtown. Amman is op zeven heuvels gebouwd en het centrum ligt in het dal. We ontdekken een leuke eetgelegenheid (Hashem) in een doodlopende steegje, plastic tafels en stoelen die naar behoefte worden neergezet en de keuze uit hummus en felafel, geheel vegetarisch en daarbij khamseh shay, ja we beginnen al wat Arabisch te praten. Voor 5 JD (€ 5,50) eten met z’n vijfen. We starten onze sightseeing bij de Husseini moskee, duiken de soeks in en belanden bij het Nymphaeum dat al jaren gerestaureerd wordt. Bij het Romeinse theater is het druk en worden we uitgenodigd om later terug te komen. We hangen wat rond tot openingstijd en gaan dan in het theater het optreden zien van Macadi Nahhas, een plaatselijke bekendheid. De sfeer is leuk, de mensen zijn uitbundig en achter de enkele zuilen van de tempel van Hercules gaat de zon onder. Helaas steekt een wind op en daalt de temperatuur flink. Daar zijn we niet op ingericht en keren daarom huiswaarts.

Bosra
Bosra
Bosra
Bosra
Amman
Amman

Content on this page requires a newer version of Adobe Flash Player.

Get Adobe Flash player

Amman

Amman

entreeDe volgende ochtend staat er de plaatselijke agent en stelt ons de chauffeur/escort voor. Maar waar is onze reisleider dan? Die is er niet, daar gaan we echter niet mee akkoord.
We lopen de ene heuvel af en de andere weer op (trappen genoeg) en komen zo bij de citadel. Die ligt dus op de Jebel al-Qala’a (dat snappen we ondertussen ook) en heeft naast de al eerder geziene restanten van de tempel van Hercules een mooi zicht op het Romeinse theater. Verder is er het Umayyadpaleis en een klein maar aardig archeologisch museum. Daar zien we het oudste menselijke figuur (8000 jaar), voorwerpen uit Petra, mooie Romeinse figuren en een voorbeeld van antieke (mislukte) hersenchirurgie. De trapjes brengen ons weer downtown waar we voorzien van thee de bedrijvigheid van de stad aan ons voorbij laten gaan. De rest van de dag brengen we luierend door, dat hebben we ondertussen wel verdiend. Voor het eten gaan we naar El-Quds (Jerusalem), niet zo raar als je weet dat de helft van de bevolking Palestijnen zijn. We gaan voor een lekker mixed grill behalve Truus die niet van schapenvlees houdt. Haar kipgericht is echter niet lekker. Het vreemde is dat je eerst door een banketbakkerij moet voordat je achter in de ruimte van het restaurant komt.

boom
Amman
Amman
theater
Romeins theater
Hercules
tempel van Hercules
Umayyadpaleis
Umayyadpaleis
Umayyadpaleis

Jerash en de Dode Zee

Het busje met reisleider komt ons ophalen. Langs de snelweg ligt aan een pomp een bakkerij en een supermarkt, daar gaan we eerst boodschappen doen. Na een half uurtje rijden komen we in Jerash, het Romeinse Gerasa. Eerst passeer je de Hadriaanspoort en kom je langs de hippodroom waar nog steeds paardenraces worden gehouden (of nagespeeld). Rond het grote ovale plein stonden vroeger winkeltjes, hier start de Cardo (hoofdstraat), men ziet het theater en de resten van de tempel van Zeus liggen. Terwijl we naar de tempel van Artemis kijken komen de ondertussen al obligatoire schoolklassen langs. Er zijn nog wat resten van kerken, deels aardbevingsbestendig aangelegd, mooie mozaïken, een minitornado, een weids uitzicht over de hele site en het stadje en tenslotte het theater. Daar zitten de schoolklassen te zingen en komt er nog een ‘kapel’: twee drums en een doedelzak. Dit laatste instrument komt oorspronkelijk uit Pakistan en via het Middenoosten naar Engeland.
We hadden de badpakken/zwembroeken al ingepakt. Eerst stopt de bus bij een punt waar aangegeven staat dat we op zeehoogte (OJP – oud Jordaan peil) zijn en dan gaat het nog 400 m lager tot vlak bij de Dode Zee. Er is een drukke accommodatie: terrasjes, zwembad, toegang tot de zee. Het is een rare ervaring om zonder meer op het water te drijven. Fanatiekelingen smeren zich in met Dode-Zee-drab (goed voor de huid), we geven de voorkeur aan een douche en aansluitend het zwembad. Al luierend komen we zo de middag wel door.
Terug in Amman trekt ons weer het ‘terras’ van Hashem en de vegetarische hap.

Jerash
Jerash
Jerash
Jerash

Jerash
Jerash

Content on this page requires a newer version of Adobe Flash Player.

Get Adobe Flash player

Jerash

Dode Zee

Amman - Wadi Musa

De rit gaat weer richting Dode Zee en overal staat politie en leger langs de weg. De andere weghelft is helemaal afgezet en opeens komt een colonne zwarte limousines langs gezoefd. De paus heeft ervoor gekozen om samen met ons in Amman te zijn en daar was die dan. Verder hadden we er gelukkig geen last van hem. De volgende bestemming is Mount Nebo waar Mozes het beloofde land liet zien. Door het heiïge weer zien we wel het dal van de Jordaan maar weinig beloofd land. Er zijn wel mooie mozaïeken in de Old Baptistry. Een stukje verderop ligt Madaba, nog helemaal vol gehangen met vlaggen en spandoeken (“Holy pope, care for my sheep”). Ja, de paus was er gisteren. Buiten de kerk staan borden om uitleg te geven aan wat binnen is te zien: een mozaïek, de kaart van het heilig land. Het mozaïek lag oorspronkelijk in een Byzantijnse kerk, de huidige moderne kerk is op dezelfde plaats gezet. Vanaf Madaba gaat de reis over de “King’s Highway”. Niet dat de weg zo koninklijk is, maar het is een oude route richting Rode Zee, Mekka en Egypte. De volgende stop is boven Wadi Mujib. Het uitzicht over het diepe dal is prachtig, de weg slingert naar beneden, gaat over de dam van een stuwmeer een dan weer omhoog. Tijdens de klim aan hotel de andere kant stoppen we bij een tent langs de weg voor een kop thee, het uitzicht is er gratis. De reis wordt vervolgt tot aan Karak. De gids loodst ons door een deel van de immense kruisvaardersburcht. Dit gebouw wordt deels gerenoveerd en nog opgegraven, nou eigenlijk uitgegraven.
Even verderop verlaten we de King’s Highway en kiest de chauffeur voor de vierbaanse Desert Highway. Hij ontpopt zich als notoire linksrijder wat de nodige irritatie van medeweggebruikers oproept. Maar: “the right lane is for heavy and slow traffic” en daar hoort hij niet bij.
Na onze intrek in het hotel net buiten Wadi Musa (Dal van Mozes)dalen we langs de weg af naar het stadje op zoek naar een bakkerij. Met onze boodschappen klimmen we dan weer terug naar het hotel voor een mooie zonsondergang. ’s Avonds is er een prima verzorgd buffet in het hotel.

Mount Nebo
Mount Nebo
entrees

Madaba

Madaba

Wadi Mujib
Karak
Karak

Petra

Redelijk vroeg gaan we op pad, betalen entree (€ 23 + € 7 voor het paard ?? hoezo paard?) en gaan dan richting een rotsspleet (Bab as-Siq). Daarvoor staan wel koetsjes die je voor $ 20 dollar die ene kilometer door de kloof willen brengen. We gaan de kloof (Siq) binnen en stoppen telkens voor wat uitleg. De rotsformaties zijn heel bijzonder en plotseling doemt aan het einde van de kloof de “Treasury” op. Een enorm ‘gebouw’, maar dat woord klopt niet. Hier is niets gebouwd maar uit de rots gehakt, daar is geen baksteen aan de pas gekomen. De ochtendzon gaat het gebouw steeds meer verlichten waardoor de kleur verandert. Verder lopend door de zogenaamde Outer Siq liggen er steeds weer ‘gebouwen’ en tombes. Voorbij het theater, waar men vernuftig gebruik maakte van de rotsen, wordt het dal breder en strijken we neer voor thee. De immense tombes aan de oostkant liggen nog in de schaduw. We volgen de weg die hier een knik maakt een overgaat in een Romeinse “colonnaded street”. Hierlangs liggen de resten van de markten en tempels, aan het einde een poort. Die geeft toegang tot de Temenos (hof van een tempel), aan het einde staan de muren van de Qasr al-Bint, een tempel van de Nabateërs. Hier eindigt de uitleg van de reisleider. We besluiten de klim naar de “Monastery” te doen. De weg is deels voorzien van trappen en stijgt gestadig. Onderweg is er zicht op grillige rotsformaties. Bovenaan zoeken we beschutting voor de brandende zon in de overkapping van een natuurlijke grot met uitzicht op het monumentale gebouw van de “Monastery”. Nadat we ons meegenomen lunch op hadden (vandaar de bakker gisteren) ging Dieneke naar het gebouw en hadden we een mooi referentiepunt. Nu kun je pas zien hoe immens groot het is (50 m x 50 m). Nog een korte klim leidt naar een mooi uitzichtspunt over de 1000 m lager liggende Wadi Araba. De afdaling gaat gestaag met veel tegenliggers, gelukkig waren we op tijd om alles in betrekkelijke rust te aanschouwen.
Na een thepauze bekijken we de mozaïeken in de kerk, althans wat er van over is. Truus en Peter kijken toe hoe de andere drie nog de heuvel opgaan voor de Paleistombe, Korinthische tombe en Zijdetombe, zij liggen nu in het volle zonlicht. We stoppen nogmaals bij de Treasury waarvan de kleuren in de late namiddag weer anders zijn dan vanochtend en gaan terug door de kloof.
Moe gestreden gaan enkelen naar de Hammam in het hotel voordat we weer voor het avondlijke buffet aanschuiven.

bonnen
Siq
Bab as-Siq
Treasury
Treasury
gesteente
overal veelkleurig gesteente
Monastery
Monastery
in de verte Wadi Araba
mozaiek
aan de Outer Siq
Siq

jongetje

Wadi Rum

De weg gaat over de Desert Highway naar de afslag Wadi Rum. Er is een bezoekerscentrum waar we een korte film zien. Een stuk verderop is er thee en wacht een pickup op ons. Met deze 4WD gaat het de woestijn in. Een prachtig schouwspel van grillig geërodeerde rotsen, zandduinen in gele, oranje en rode schakeringen. Steeds wordt er op het dak geklopt: fotostop. Onze bestuurder/bedoeïen blijft er geduldig en vriendelijk onder. Er kan een zandduin worden opgelopen, het bekende 2 stappen vooruit, 1 stap achteruit, er zijn wat resten van de schuilplaats van Lawrence of Arabia, en wat kilometers verderop zitten twee camelboys. We krijgen kamelenmelk aangeboden (nee, dank u wel – la, shoekran), een wat gebrekkige conversatie, maar de vriendelijkheid en gastvrijheid straalt er van af en het geheel heeft een heel pastorale sfeer. Weer wat kilometers verder is er een bedoeïentent waar thee wordt verkocht. Opeens komt eer een hele stoet pickups aan; 150 Nederlanders die met de EO een reis door Israel en Jordanië maken. Blij dat we weer weg kunnen gaan we op pad voor ons tentenkamp. Omdat het oorspronkelijk geplande kamp gesloten is moeten we uitwijken naar een ander kamp: een reusachtige bedoening met minstens honderd tenten rond een centraal plein – niet echt wat je verwacht van een tentenkamp in een woestijn. Maar het komt erger – de stoet pickups met de EO’ers verblijft er ook. Het is net de 8e plaag: godvruchtige sprinkhanen die alleen onderweg zijn. We gaan met onze pickup-bedoeïen nogmaals de woestijn in. Hij heeft als hobby een valk en laat zien hoe deze een eveneens meegenomen hoentje pakt. Een wat gruwelijk schouwspel, maar het is een prachtige vogel.
Terug in het kamp wil men ons achter de opgehangen EO-vlag zetten (“ik dacht dat we het hele kamp hadden gehuurd” zegt hun reisleider), nou zo werkt dat niet. Het bidmoment voor het eten gebruiken we om al vast aan te vallen, maar het dankgebed, de avondbeschouwing en gezang worden ons niet bespaard, door zorgen de luidsprekers wel voor. Na de zonsondergang gaat de ‘disco’ in werking. Ook een flinke wandeling richting woestijn zorgt niet voor de juiste stemming, het discogeluid draagt ver, de veelvuldige schijnwerpers van het kamp laten de sterrenhemel niet goed uitkomen. Een Duits echtpaar dat er al enkele dagen verblijft weet te vertellen dat dit elke avond zo gaat, brr. Gelukkig gaat de muziek om kwart over tien uit en om half elf wordt ook het licht uitgezet.

entree

Wadi Rum

Wadi Rum

Wadi Rum
Wadi Rum

Wadi Rum
Wadi Rum

Wadi Rum
Wadi Rum

Wadi Rum

Wadi Rum - Aqaba

We besluiten het ontbijt te laten voor wat het is en ons vroeg uit de voeten te maken. Ook onze Jordaanse begeleiders zijn blij te kunnen vertrekken en om 7 uur zitten we al in het busje. Het ontbijt halen we in Aqaba in, lekker op een terrasje langs de weg met Jordaans voedsel. Onze reisleider vertrekt terug naar Amman en onze chauffeur Oddi kruipt uit zijn schulp: hij biedt ons een stadsrondrit door Aqaba aan en brengt Dieneke en Hanneke naar de 20 km zuidelijk gelegen stranden.
Wij lopen door de winkelstraatjes en markten, kopen wat brood en eindigen aan de ‘corniche’. Langs het water staan strandtentjes met plastic stoeltjes. We gaan in de schaduw van een boom zitten, gelukkig waait het wat want het wordt heet (37 graden). We puzzelen wat, kijken naar wat mensen die het water in gaan (met de kleren aan). Op het water komen steeds “glass boats” langs die de Arabische muziek keihard zetten om aandacht te trekken. Aan de overkant ligt Eilat, de Israelische badplaats met zijn hoge hotelgebouwen en meer naar het zuiden de Egyptische kust van de Sinai. Twee jongemannen spreken ons aan, ze willen graag hun Engels oefenen. Het blijken twee hotelleerkrachten Engels te zijn en Peter kletst zon 2 uur lang met hen. Er komen heel wat onderwerpen langs: geloof, familie, inkomen, seks, werk, uithuwelijken (onze dochter bijv.), Israel, onderwijs, auto’s, eten. Een gesprekspartner praat veel en snel, maar helaas niet zo goed Engels, en dat voor een leraar. Hun uitnodiging om te komen eten (mansaf) slaan we beleefd af, we hebben al een afspraak met de groep. Oddi had ons een visrestaurant aanbevolen. De vissen liggen op ijs en wat je aanwijst wordt klaargemaakt. Het eten was goed en we wandelen terug naar de ‘corniche’ waar het nu drukker is geworden. We gaan langs het water zitten voor thee en genieten van de warme avond, het plaatselijke gedoe, het uitzicht over zee op de lichten van Eilat. De vruchteloze poging tenslotte om ergens op een terrasje een glas arak (sterke drank met anijs) te drinken mondt uit in een blikje cola.

baden
Eilat
Eilat aan de overkant

Aqaba

Oddi heeft een grote glassboat voor ons alleen geregeld. Het is heerlijk om 1 uur naar de zuidelijke stranden te varen. Daar wordt uitgebreid gekoersd over het prachtige koraal – er zijn heel veel verschillende vormen en kleuren en tussendoor wat scholen vis. Het fotograferen door de perspex bodem gaat wat moeizamer, je moet het toestel gewoon op de plaat leggen. De boot wordt aan een boei vastgezet en de kapitein en Dieneke gaan snorkelen. Hanneke, John en Peter gaan zwemmen rondom de boot, je moet blijven zwemmen, door de straffe wind is de stroming nogal sterk. Het water is heerlijk fris, helder en heeft prachtige kleuren blauw. Op de terugvaart zitten we allen achter in de boot om te voorkomen dat we volledig onder gesproeid worden, we moeten recht tegen de wind in.
Vlak bij het hotel is tussen de rijbanen een parkje, daar gaan we zitten voor onze ‘boterham’.
We gaan weer terug naar het ‘strand’ . Het is vrijdag, de mensen zijn vrij en daarom is het druk. Veel families, de vaders zeulen met de kinderen en moeders en dochters zitten met hun djellaba’s op de plastic stoelen in het water. Verder zijn er de geluiden van krijsende kinderen, mobieltjes, radio’s met Arabische muziek, verkopers ( zoals de broodverkoper die steeds ‘kaik kaik kaik’ roept), de geur van zee, de broedende warmte. Oddi had ons een restaurant met de naam “de ingenieur” aangeraden – het is een soort cafetaria annex straatverkoop waar we toch lekker hebben gegeten. We gaan nog eens terug naar de plek van de vorige avond voor onze thee aan het water en Peter geniet van een shisha (waterpijp).

Rode Zee

koral
koral

koral
koral
strand

Aqaba - Amman

Het afscheid nemen is aangebroken. Via de linkerbaan van de Desert Highway brengt ons Oddi in vierenhalf uur incl. pauze terug naar het al bekende hotel in Amman. Daar nemen we afscheid van hem. We struinen nog in de stad rond (downtown), er worden nog wat boodschappen gedaan en we eindigen in El-Quds voor het galgenmaal. In het hotel wordt er gekaart (Uno) totdat het tijd is geworden voor Hanneke om afscheid te nemen. Om half elf haalt de plaatselijke agent haar op voor haar thuisvlucht.



Desert Highway
op de linkerbaan van de Desert Highway
Amman
Amman
Amman

naar huis

De volgende ochtend zijn wij aan de beurt, tot onze verrassing staat Oddi klaar om ons naar het vliegveld te brengen. Hij pikt de plaatselijke agent onderweg op en hij loodst ons door de uitreisprocedure. In de tax-free winkeltjes worden de laatste JD’s stukgeslagen. Na 5 uur vliegen zitten we weer in London Heathrow, tijd voor de pub. Er is Guiness van de tap, pubfood (fish en chips) en nog een rondje Uno voordat we in de kleine Embraer 145 naar Amsterdam vliegen.
Onze treinreis tenslotte einigt vanwege werkzaamheden in Den Bosch, waar Tim ons oppikt.



uno

 

Dank aan :


Reisgenoten, Oddi, Nidal, Bashar, mensen in Jordanië en Syrië voor een prachtige reis!


Veel geluk hadden we ook met het weer, vrijwel ononderbroken zon, overdag aangename temperaturen in de twintig graden, zelfs in de woestijn niet te heet.
Tja, in Aqaba, dat wisten we wel.

groep

route in Syrië:

syrie

route in Jordanië

jordane

naar boven